Boodschappen doen

Mijn eerste herinnering aan zelfstandig boodschappen doen was toen mijn zus mij vroeg om aan de overkant van de weg bij de sigarettenwinkel in onze buurt een rolletje drop voor haar te kopen. Op één of andere manier vond zij het zo schattig hoe ik de ‘R’ uitsprak. ‘Dus wat moet je voor mij halen?’, vroeg zij met goed verborgen binnenpret. ‘Rolletje drop’ antwoordde ik, met een onbedoeld Engelse uitspraak, waarbij zij moest lachen, omdat ik de rollende ‘R’ nog niet volledig machtig was. Ik had zelf geen last van deze onschuldige plagerij en werd juist hierdoor bewust van de wereld van het boodschappen doen.

Vroeger werden wekelijks bij ons de boodschappen thuis bezorgd door kruidenier Bosker van twee straten verderop. Ik herinner mij dat kruidenier Bosker altijd in een blauwe stoffen jas liep en er ook wat stoffig uitzag. Soms waren er boodschappen vergeten en mocht ik deze halen bij de buurtwinkel. Dit werd dan in het rekeningenboekje genoteerd. Een keer maakte ik stiekem misbruik van deze mogelijkheid. Naast het ‘vergeten’ artikel bestelde ik namelijk ook een rolletje drop. Het ging heel gemakkelijk en op de terugweg naar huis genoot ik van de dropjes, welke ik allemaal opat. Niemand die ervan af wist dacht ik. Totdat een week later mijn moeder mij ter verantwoording riep. Het systeem was sluitend en genadeloos, want daar stond inderdaad het rolletje drop in het kruideniersboekje geschreven. Het bedrag werd van mijn wekelijks zakgeld ingehouden en hiermee was de zaak gesloten.

De twee ervaringen met het ‘rolletje drop’ hebben op een of andere manier toch een impact gehad op mij met betrekking tot boodschappen doen. Onlangs analyseerde ik dat ik niet wilde opvallen tijdens het boodschappen doen en lekker ongedwongen wilde dwalen door de winkel om vooral mijn eigen gang te gaan. Een soort van ultiem vrijheidsgevoel met alle keuze mogelijkheden. Vandaar dat ik het ook lastig en zelfs irritant vond toen er weer eens een artikel op het boodschappenlijstje was gezet door mijn partner, welke ik niet kende. De anonimiteit werd hiermee doorbroken. Want hierdoor moest ik eerst een medewerker zien te vinden, die ik vervolgens moest vragen naar het desbetreffende artikel. Bijna altijd hadden ze er nog nooit van gehoord, vooral bij onze AH te Loppersum.

Afgelopen zaterdag was het weer eens zover. We hadden de taken verdeeld en ik koos voor het boodschappen doen in plaats van het stofzuigen en was ophangen. De lijst met boodschappen was al klaargelegd en ik nam deze argeloos en nietsvermoedend mee richting winkel. Ongedwongen en ontspannen werkte ik de lijst met boodschappen af. Plotseling staarde ik naar de artikelen ‘Sumac’ en ‘Piment’ op het lijstje. Gelukkig had ik mijn smartphone bij mij en wist hiermee uiteindelijk dat het kruiden waren. Uiteraard stond het weer niet in het kruidenschap. Ik had deze volledig gescreend, tot en met liggend op mijn knieën om de onderste plank te ‘scannen’. Ik had zelfs mijn bril erbij opgezet om voor de tweede keer alles ‘rustig’ wederom te scannen en uiteraard werd mijn vermoeden met toegenomen irritatie bevestigd dat het er echt niet lag. Nadat de medewerker mij wat glazig aankeek en er nog een medewerker bij werd gehaald was ik een half uur verder, de opgewekte stemming was ondertussen veranderd richting nog meer irritatie en had ik geen Piment en Sumac in mijn winkelwagentje.

‘Naar de biologische winkel ‘adviseerde mijn partner mij bemoedigend via de app.

Had ik toch maar voor stofzuigen gekozen.

 

Luistertip:

Django – Freedom

Het gebeurde in Sankt Andreasberg

Weekendje Harz.

Ik was alweer jarig. Dit keer zocht ik de stilte op. Voor mijn gevoel was het nog maar net geleden dat ik mijn verjaardag uitbundig had gevierd. Het was een speciaal jaar, het jaar waarop ik de leeftijd van mijn vader had ingehaald.

Op de scheiding van de winter en het voorjaar gingen wij naar Sankt Andreasberg, een verborgen parel diep weggestopt in het prachtige Harz gebied van deelstaat Nedersaksen in Duitsland. Het was een extreem koud weekend. De omgeving van dit gebied werd opnieuw bedekt onder een diepe laag verse sneeuw. We hadden enkele extreem winterse foto’s gedeeld via de whatsapp en mijn collega columnist reageerde direct. Ze had inspiratie gekregen en stuurde ons de eerste ruwe werkaantekeningen van haar boek ‘Het gebeurde in Sankt Andreasberg’;

‘Ze hadden zich, de wanhoop nabij, door de sneeuw ternauwernood een weg weten te banen naar de auto en zijn zonder nog om te kijken met een noodgang weggescheurd. Eens Sankt Andreas, maar nooit weer’. Een andere reactie op Facebook kwam van onze buren en tevens eigenaar van het appartement, ‘Ik ben bang dat ze de verkeerde afslag hebben genomen…..dit is Siberië!!!’

Het begon op vrijdagmiddag. We vertrokken ’s middags op tijd voor een autorit waar maximaal vierenhalf uur voor stond. Er bleek een ernstig auto ongeluk te zijn gebeurd ter hoogte van Bremen, waardoor de GPS ons adviseerde om vooral van de snelweg af te gaan. Daarnaast begon het heftig te sneeuwen. We reden uiteindelijk met gemiddeld 40 km per uur over de snelweg. Uiteindelijk kwamen we uren later aan dan gepland. Gelukkig had ik het verjaardagscadeautje ‘De kunst van goed leven, 52 simpele levenstechnieken voor geluk’ nog snel in mijn tas gestopt. Tip 1 betreffende ‘mental accounting’ kon ik gelijk toepassen. Ik hoefde mij niet op te winden vanwege al het tijdsverlies. Nee, ik realiseerde mij dat door mij juist niet te ergeren, er geen toxische stoffen meer aangemaakt zouden worden en daardoor zeker een jaar langer zou blijven leven. Hiermee werden deze paar uurtjes oponthoud vakkundig door mijzelf weggerelativeerd en bleef mijn stemming optimaal.

Op zaterdag viel ons op dat er niemand buiten was. De mevrouw van het informatiecentum ontving ons hartelijk. Met moeite hadden we in de harde wind de buitendeur open gekregen en stonden nu binnen in de grote hal ons te ontdoen van al het sneeuw en ontdooiden langzaam. We waren de eerste en waarschijnlijk ook laatste gasten van de dag. Extreme kou, harde poolwind en heftige windvlagen gaven een gevoelstemperatuur van minus 25. Ze adviseerde ons om vooral op de gebaande wegen rondom het dorp te blijven, indien we dan perse wilden gaan wandelen. Langlaufen kon echt niet.  ‘Zu gefahrlich’ adviseerde zij vrij dwingend.

Tijdens onze 6 uur durende wandeling leerde ik mijn partner nog beter kennen. Zij genoot volop van de extreem koude omstandigheden. Ik hield de barre tocht vol dankzij tip 48 uit het boek om vooral de realiteit te accepteren; ‘accepteer de realiteit met alles erop en eraan, juist met elk aspect dat je niet fijn vindt’. Ik bedankte de schrijver Rolf Dobelli voor deze wijze les.

Ondertussen verlangde ik wel heftig tijdens deze Siberische wandeling naar de warme kachel en een cognacje. Geweldig hé, schreeuwde mijn vriendin, om zich nog enigszins verstaanbaar te maken in de gierende wind. Ik probeerde te glimlachen en stak mijn bevroren duim op. We waren gelukkig bijna thuis.

Kanye West Winter

 

De halve Marathon

Er kwamen herinneringen naar boven aan die keer van twee jaar geleden, waarbij ik de laatste 4 km in een worsteling met mijn wil om het te halen en een stemmetje die steeds harder riep ‘Waarom doe ik dit,’ had ik besloten een volgende keer wel optimaal getraind deze loop te verslaan. Vooral het beeld van de man op de fiets die zijn achterhoede groepje dames van een zekere leeftijd bemoedigend toeriep dat het nog prima kon die laatste kilometers voor de tijd deadline, was bij mij als een schrikbeeld blijven hangen. Ik werd ook nog ingehaald. Deze confrontatie maakte mij toen woedend. Mijn gekrenkte ego, vermengd met de wil om het te halen, hielp mij om met de laatste krachten deze finish te halen en om het achterhoede dames groepje in te halen. Mijn ego was toch nog groter dan gedacht. Met stramme benen en een grimas om de uitputting te verbergen, haalde ik de finish.

We waren afgelopen zaterdag op weg naar de start van de halve marathon. Opnieuw zat ik samen met Harry in zijn elektrisch aangedreven auto. Ik probeerde mij te concentreren en hoorde maar half wat Harry vertelde over de auto batterij die in de afgelopen weken met – 10 C had gezorgd voor een nog meer beperkter kilometer bereik. Ik vond het allang best. Dit keer was het een een kort ritje. De verwarming stond aan, al was het niet meer nodig dit keer. Ik ving flarden op van zijn in Engels gesproken telefonisch overleg, over een van hun schepen die in Panama aan de ketting was gelegd. ‘Panama’ mompelde ik afwezig en probeerde mij weer te focussen op wat komen ging. Ik was zenuwachtig. De afgelopen week had ik geheel volgens voorschriften geen grote sportieve inspanningen meer gedaan. Ik had helaas weer te weinig getraind voor zo’n ‘moeder van alle lopen’ tocht. Slechts twee keer had ik op het hoge land als ultieme test twee uur achter elkaar gejogd, zonder een behoorlijke versnelling. Te weinig echte conditietraining gedaan. Wel had ik mijn wekelijkse spinning lessen bij Marit van Sportschool Mind & Motion steeds trouw gevolgd, echter het ging nu om lopen en niet over fietsen.

Alle hulpmiddelen had ik in de afgelopen dagen op mijzelf losgelaten, zoals de visualisaties waarbij ik lachend over de finish kom, intense gebeden en positieve affirmaties, als ‘ik kan het’, ‘ik ben een kanjer’ en anderen gevraagd om mij over de streep te ‘denken’. De laatste dagen was ik veel water gaan drinken en had ik er liters bietensap doorheen gejaagd, dit zou iets voor een optimale electrolyten huishouding in het bloed doen. Een slimme zet dus. Elke ochtend ging ik in de laatste week toch nog maar even voor het vertrek naar mijn werk touwtjespringen en telde dan 100 keer, tot ik amechtig buiten adem aan het bijkomen was.

Vlak voor de start kreeg ik nog een Tshirt van Maatwerk advocaten overhandigd, omdat wij meededen aan de sponsorloop. Ik repeteerde uit een soort van collegialiteit hun kernwaarden nog snel even, voor het geval dat ik geïnterviewd zou worden over dit bedrijf. Dit keer geen geheim wapen, mocht ik onderweg ‘mijzelf tegen komen’. Mijn telefoon was namelijk vorige week gecrashed en alle hardloopmuziek daarmee ook verdwenen. De eerste 10 kilometer gingen in een mooie flow, tot 15 ging het gewoon goed. Vanaf 17 begon mijn lichaam signalen af te geven dat het zo wel mooi was geweest. Bij 18 gingen alle spiergroepen in de reserve, bij 20 was het code rood en bij 21,1 kilometer probeerde ik alsnog te glimlachen bij het passeren van de finish. Ik had het binnen de deadline volbracht.

Luister en kijktip

Darude Sandstorm

Blijven leven

We waren op weg naar Maastricht voor een weekendje films in het nieuwe Lumiere filmtheater. Een première van vijf nieuwe films van het Collectief 05. In de ochtend voor het moment suprême hadden we gewandeld door de prachtige zonnige winterse heuvels van het Zuid-Limburgse land en alvast de documentaire over de kunstenaar Jos Caelen besproken. Al tijdens de vroege ochtend wandeling onderhielden we ons over leven en ziekte en dood en vooral over de kunst van leven.

De Volkskrant had onlangs een item over de boeddhistische levenswijze waarin de dood elke dag aangehaald dient te worden. Er is ook een app welke je kan installeren over de dood. Een vriendin vertelde mij dat deze app je verschillende keren per dag herinnert aan het feit dat je uiteindelijk op een dag dood gaat. Nu weet ik dat alles wat je aandacht geeft groeit. Ik vraag mij dus af of de dagelijkse herinnering aan je eigen tijdelijkheid positief werkt, of juist alle energie uit je trekt, omdat het toch allemaal maar betrekkelijk is. Ben je net lekker bezig met iets leuks te organiseren, of een route uit te stippelen voor je toekomst, gaat het signaaltje van de bijbehorende app weer af. Je leest dat je einde op een dag zal komen.’ En toch kan het helpend zijn’, bedenk ik mij. Want juist op die momenten waarop iemand uit je omgeving ziek wordt, of plotseling overlijdt, leidt dit vaak tot de overtuiging om vooral volop te leven en de dag intens te plukken. Want het kan immers zomaar over zijn. Ondertussen had ik al van haar vernomen dat de dagelijkse herinnering een ‘overKILL’ was en averechts voor haar werkte. Een opstandig ‘ik zal zelf wel uitmaken wanneer ik dood ga’, maakte het in haar los. Op zich wel weer positief, met een mooie fuckit houding.

Mijn oudere vriend legde mij uit dat volgens hem het besef van tijdelijkheid en ouder worden vaak schoksgewijs gaat. Pas als je een periode afsluit besef je opeens dat je ondertussen al een tijdje in die volgende levensfase zit. Zijn vader was als oudere altijd goed geweest in afscheid nemen. De dag dat hij bijna een fietser aanreed, omdat hij deze niet goed zag aankomen, stopte hij met autorijden. De dag dat hij op de fiets een bocht niet meer adequaat nam, gaf hij zijn fiets weg. Zonder drama, zonder protest, zonder aanklacht en met veel realiteitszin.

In de documentaire zien we de kunstschilder Jos Caelen waarin hij ons meeneemt naar zijn wereld. Ook krijgen we een inkijkje in zijn leven met beelden van de vroegere jonge vitale levensgenieter tot aan vandaag waarin hij als oude man worstelt met zijn ziekte en de gevolgen daarvan. Parkinson belet hem om nog op dezelfde manier door te gaan. Ontroerend en indringend is het moment waarop hij met zijn partner naast hem laat zien hoe hij toch nog schildert. De eerste lijnen worden met opvallend vaste hand neergezet, tot het moment waarop het trillen weer toeslaat en de verfspatters het kunstwerk in wording onverbiddelijk afserveert. De beelden spreken meer voor zich, dan de krachttermen.

Ik ben stil en onder de indruk en zie en voel de emoties in de zaal. Dit is namelijk ook jouw en mijn verhaal. Het verhaal over leven en dood en ziekte, dichtbij of godzijdank nog ver weg. In gedachten speelt het liedje met de zin ‘De tijd ademt ons in en weer uit’ zich in mijn hoofd af.

Ik krijg op het moment van schrijven een appje van een vriendin. Alsof ze mijn gedachten van het moment weet, stuurt ze een prachtige tekst over je eigen uniek zijn, er is er maar 1 van. ‘Schrijf en teken en creëer en speel en dans en leef zoals alleen jij dat kan doen’.

Ik maak een buiging voor het leven.

Luistertip: Tech N9ne- Fragile

Fragile

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Fragile

Gebroken geweer

Het was weer zover, alweer een bloedbad op een school. Tientallen kinderen vermoord en vele gewonden. Dit keer Florida. De 18 jarige moedige scholiere Emma Gonzalez hield een emotionele speech over de arrogante machthebbers die het recht van wapenbezit voor iedere burger in stand willen houden. Ook fileerde ze feilloos de B.S ( bullshit) argumenten voor wapenbezit en de huichelachtige steunbetuigingen door mensen die in hun gebeden de slachtoffers herdachten en nabestaanden bijstonden, terwijl ze ondertussen het kille arrogante wapenbezit als grondrecht voor iedere burger in stand wilden houden en lid zijn van de National Rifle Association.

Het moorden gaat ondertussen gewoon door. Het lijkt wel alsof we steeds meer immuun worden voor al het geweld om ons heen. Op het moment dat ik met verbijstering het bloedbad van de school op mij liet inwerken, kwam er alweer een bericht binnen over 400 doden in een stad in Syrië, waarbij 150 kinderen vermoord werden. En het bleef stil, was het bijbehorende commentaar. Terwijl ik hierover schrijf gaat het in het NOS 20.00 uur journaal over de klacht dat de vakantiehuisjes in Nederland niet schoon zijn. Ik doe de tv maar uit, het contrast is even te groot voor mij.

In de stilte komen herinneringen bij mij naar boven over het spelen van ‘cowboytje en indiaantje’. Wat was ik trots op mijn indianentooi en ook op mijn revolver met holster. Al hardop fantaserend speelden we dan ons ‘oorlogje’. ‘En toen schoot ik jouw neer en was jij dood’, zomaar een zin uit onze fantasie toneelspelletjes van vroeger. Zo onschuldig en toch voelt het nu even heel fout.

Ik loop over de camping Stortemelk op Vlieland met mijn twee kinderen van drie en vier. Zij zitten in de bolderkar. We komen net terug van de winkel. Beide jongens hebben een stengun in hun handen. Waar stond en waar sta ik, vraag ik mijzelf nu af. Verbieden van de speelgoed wapens lijkt mij ook te ver doordraven en misschien moeten we juist speelgoed wapens in gaan zetten. Oorlogen betwisten met waterpistooltjes.

Ik herinner me dat ik als jongeman trots was op het dragen van mijn ‘gebroken geweer’ speldje, het symbool van het pacifisme. Wat zijn de antwoorden met betrekking tot bewapenen of niet bewapenen? Ik merk dat ik mij er ongemakkelijk bij voel. Het voelt zo tegenstrijdig om een leger te hebben om de vrede af te dwingen en aan de andere kant hebben we de geschiedenis, waarbij anderen bezit namen, mede omdat er een gebrek aan verdediging was. Oorlog, het maakt zoveel kapot.

Mijn broer en ik waren nog kinderen en gingen ons op zolder verkleden. We trokken de zwarte conciërge kleding , inclusief lange jassen en pet van mij vader aan. Deze kleding lag op zolder diep weggestopt, omdat mijn vader weigerde dit te dragen bij zijn baan bij de Universiteit. Het riep zwarte herinneringen bij hem op. Al giechelend en lachend kwamen wij uitgedost in deze kleding naar beneden richting woonkamer, de Duitse bezetter met bijbehorende armbewegingen imiterend. Ik zie nog steeds haarscherp het beeld van mijn vader die ‘wit wegtrekt’. Met ons heeft hij het nooit over zijn werkkamp ervaringen in Duitsland gehad. De gevolgen daarvan heb ik wel meegekregen, al kon ik dat pas veel later duiden. Ik las bij toeval deze week over ‘het butterfly effect’, waarbij de kleinste beweging uiteindelijk immens grote gevolgen kan hebben. Ik voelde mij gelijk iets beter, want ik kan een kleine beweging maken. Nu, vandaag. Ik wens iedereen elke dag vrede en liefde en hoop dat dit oneindig vaak wordt doorgegeven.

Earth song Michael Jackson   

This is the moment

Afgelopen week zaten we bij elkaar in eetcafé Kaap Noord om de verjaardag van mijn oudste zoon alvast in te luiden. Het café was nog versierd met kerstverlichting, waarvoor het meisje van de bediening zich verontschuldigde. Het kon nog wel. Het gaf een gezellige sfeer, zo op de valreep van de winter waarbij het donker het aan het eind van de namiddag nog net won van het licht. Het was een verademing om de structuur van de werkdag, met bijbehorende strakke tijdsindelingen, even weer te kunnen loslaten. Rond het open haard vuur zat ik te genieten van de weldadige warmte, de sfeer, het weekend wat voor mij lag en het fijne gezelschap. Bij het winterbock bier van de tap toasten we op de goede gezondheid en de geboortedag van onze jarige.

Mijn zoon vond dat hij ondertussen al oud was geworden met z’n vijfentwintig jaar en haalde als een wijze oudere man met ons herinneringen op aan zijn jeugd. Dit maakte ons onbedoeld gelijk stokoud. ‘De middelbare school periode was de mooiste tijd van mijn leven’, zo mijmerde hij. ‘Wat is die tijd snel voorbij gegaan’, constateerde hij met iets van spijt in zijn stem. Dat het de mooiste tijd van zijn jonge leven was, realiseerde hij zich trouwens pas achteraf, zo gaf hij toe. Ik vertelde dat ik hem vaak gezegd had, dat het scholieren- en studentenleven een prachtige tijd is. ‘Geniet ervan’, zo gaf ik dan meermalen het advies. Eigenlijk bedoelde ik om er vooral bewust van te genieten.

Nadat ik het boek over ‘het Nu’ van Ekhart Tolle had gelezen, werd ik mij nog meer bewust van ‘het moment’ en poog dan daar ook regelmatig bij stil te staan. Het moment zelf is als water; ik doe de kraan open en het water stroomt en verdwijnt weer. Het is er nog wel, maar dan ergens anders. Ook dit boek over ‘het Nu’ is eigenlijk een grote paradox, omdat al lezend ‘het Nu’ ondertussen ook alweer voltooid verleden tijd is.

Ik heb zelf het gevoel dat de tijd steeds sneller voorbij gaat. Een beetje melancholisch dacht ik aan een uitspraak van mijn oma ( die ondertussen ook al een aardige tijd niet meer onder ons is) toen wij net kinderen kregen. ‘Geniet er maar van kind’ zei ze, ‘voor je het weet zijn ze groot’ en het klopt, ze zijn ondertussen allang de deur uit. Er waren wel momenten die niet snel voorbij gingen; zoals het schoolexamen, de kerkdienst, het reizen door Noord, Midden en Zuid Amerika, het wachten op de uitslag in het ziekenhuis. Eigenlijk spannende en ook saaie dingen.

Van de schrijver Douwe Draaisma leerde ik dat ook de stofwisseling een rol speelt bij tijdsbeleving. Bij het ouder worden vertraagd de stofwisseling, waardoor voor je gevoel er minder uren in een dag zitten. Kinderen ervaren meer uren in een dag , ongeveer 36 uur ipv 24 uur. Bij de tips van Douwe Draaisma zit ook weer een contradictie, want aan de ene kant wordt geadviseerd om toch vooral veel (nieuwe) ervaringen op te doen, om het te snel verglijden van de tijdsbeleving te voorkomen. Aan de andere kant wordt geadviseerd om eens wat minder te gaan doen en bv. vooral heel mindful in het vuur te staren.

Ik deed dus heel langzaam en bewust mijn horloge af, bestelde nog een bockbiertje van de tap en besprak allerlei nieuwe vakantie mogelijkheden om samen met mijn zoons deze zomer te gaan ondernemen, terwijl ik optimaal ontspannen in het vuur staarde. Ik heb ervan genoten, het is alweer even geleden……

Luistertip:

once upon a long ago

Songs of Leonard Cohen

‘There is a crack in everything, thats how the light gets in’ zong de baritonstem en het concert van de Leonard Cohen Tribute band begon in een theater zaal in Oirschot te Brabant.

Mijn gedachten gingen terug naar lang geleden. Het was 1967, mijn broer studeerde en woonde op kamers in de binnenstad van Groningen. Ik was acht jaar en ging bij mijn grote broer op bezoek. Ik herinner mij zijn studentenkamer nog goed; een beetje rommelig, overal boeken, stoelen en bed strak naast elkaar en een gezellige uitstraling. De koffiegeur completeerde het geheel.

Mijn broer zette een LP op en de muziek kwam direct als een mokerslag bij mij naar binnen. Het intieme geluid, de monotone rustgevende stem en vredige sfeer welke de ruimte vulde nam mij mee naar verwarring. Ik voelde dat het bijzonder moest zijn, al verstond ik de teksten niet. Ik bekeek de hoes, waarop een foto van Cohen stond met de titel van zijn eerste Lp ‘Songs of Leonard Cohen’.

Wat heb ik in al die jaren genoten van deze Canadese zanger, schrijver, boeddhist en dichter. Susanne is een van zijn eerste nummers en vele prachtige werken volgden over een periode van bijna vijftig jaar. Dit nummer en vele anderen zijn uiteraard veel en vaak gecoverd. Susanne is heel vakkundig door Herman van Veen om zeep geholpen, met zijn verschrikkelijke timbre in zijn stem en eigen gemaakte tekst op de muziek van dit Goddelijke nummer. Vooral de zin ‘en ze geeft je pepermuntjes’ roept bij mij nog steeds afkeer en walging op. Vooral omdat de prachtige poëzie van de meester werd omgezet naar ultieme verkrachting van dit nummer. De klassieke conditionering werkt na al die jaren nog steeds feilloos als ik een pepermuntje krijg aangeboden. Waarschijnlijk heeft het ‘kerk pepermuntje’ hier ook nog een bijdrage aan geleverd. Enfin, het is nooit meer goed gekomen tussen de pepermunt en mij. Cohen wordt vaak vergeleken met somberheid en cynisme, terwijl hij prachtige bemoedigende teksten schreef. Jaren geleden gaf ik een groot swingfeest en had ik het plan bedacht om te testen, of muziek van Cohen daadwerkelijk een gezellig feest richting ‘verdoemenis’ kon dirigeren.

Ik had met de dj afgesproken dat op het hoogtepunt van het feest, als er een volle zaal met joelende, blije swingende mensen zichzelf naar hoogtepunten bewogen, de muziek plotseling zou stoppen. Vervolgens deelde ik een mooie tekst uit van Cohen ( Dance me to the end of love) met het verzoek om dit met z’n allen te zingen. De test pakte fantastisch uit, iedereen zong overtuigend mee en aansluitend swingden we weer intens verder op heftige en speelse geluiden. Ik geef toe, Cohen was ook bij mij na mijn eerste heftige liefdesverdriet en later bij mijn scheiding en bij andere periodes van rouw. We daalden dan samen af naar een melancholische staat en bleven daar dan een tijdje.

En nu is hij sinds 07 november 2016 niet meer bij ons. Een maand voor zijn dood nam hij afscheid van ons met ‘You want it darker’, een prachtig album met verwijzingen naar zijn eigen einde. Een goede vriend had mij al ruim een half jaar geleden gevraagd om een datum te reserveren om naar Oirschot te komen. Het was een verrassing. Nu was het zover, we gooiden de auto vol met alle mogelijke kledingcombinaties, want het zou een bruiloft kunnen zijn, of gingen we iets sportiefs doen? We wisten het niet. Het bleek een concert van de Brabantse Leonard Cohen Tribute band te zijn. Ik was op mijn hoede, want hoe kun je deze prachtige Cohen stem en sfeer evenaren? De tienkoppige band speelde erg goed. De saxofonist en violist waren subliem. De achtergrond zangeressen waren naar mijn idee wel teveel op de voorgrond en de ‘Cohen’ zanger had een mooie warme diepe stem.

En toch,…. was het de door mij gevoelde melancholie van een vervlogen en dus afgesloten Cohen tijdperk, of de brabants engelse tongval, of het Cohen hoedje, waardoor ik hem teveel zijn best zag doen om op Cohen te lijken? Na ruim drie uur tribute was het genoeg.

Here it is

In the name of love

Laatst dacht ik na over de betekenis van namen. Al voor de geboorte zorgvuldig en met liefde bedacht, soms met een reservenaam, mocht er toch een meisje komen. Vaak hoor je dagelijks je eigen naam en word je ermee aangesproken. Soms klinkt het vertrouwd, soms neutraal en soms als een geweerschot die meedogenloos efficiënt zijn doel treft. Het is je identiteit. Je naam kan op zoveel verschillende manieren, met verschillende intonaties gebruikt worden. Ik moest denken aan al die keren in de pubertijd, waarbij mijn moeder mij heel nadrukkelijk bij mijn naam ging noemen. Er was dan iets aan de hand, of ik had het niet goed gedaan. Helemaal zag het er minder goed uit als ze mij met mijn voor- en achternaam aansprak; ‘Anton Roerdink’, zei ze dan streng. Ik wist gelijk dat ik op mijn hoede moest zijn. In diezelfde tijd was ik lid van een volleybalteam, ‘Jongens 1’ van Lycurgus. In de grote sporthal hoorde ik plotseling iemand vanaf de tribune mij luidkeels toeroepen bij mijn allang door mij vergeten kleuternaam. ‘He Tonneke’, riep de vroegere buurjongen uit een ver verleden. Ik was al lang bevordert tot Anton en schaamde mij op dat moment dusdanig, dat ik het liefst ergens ‘door de bekende grond’ wilde zakken.

Ik had mij heilig voorgenomen om de gegeven naam aan mijn kinderen alle eer aan te doen en vooral positief te gebruiken. Hoe confronterend was het dan ook , toen ik op een gegeven moment mij realiseerde dat ik de naam van mijn zoontje zo vaak op een gebiedende of op teleurgestelde manier had gebruikt, dat ik hem een keer zag schrikken toen ik zijn naam uitsprak. Hij had gelijk, want meestal was het ‘lieverd’, of een koosnaampje. Ik realiseerde mij met een schok, dat ik het gedrag van mijn moeder automatisch had gekopieerd. Ook binnen mijn relatie werd ik soms geconfronteerd met het ‘oneigenlijke’ gebruik van onze geboortenaam. Wordt in de flow van de relatie de aanroep ‘lieverd’ vaak gebruikt, of worden er soms creatieve koosnaampjes bedacht en geuit, bij spanningen of het ‘ter verantwoording roepen’ verval ik ook soms weer terug in het juist dan pas gebruiken van de eigen naam.

Omdat mijn vader ook mijn naam droeg, werd ik vroeger thuis Ton genoemd en toen ik nog kleiner was ‘Tonneke’. Er waren twee werelden met betrekking tot mijn naam, mijn identiteit. Thuis en in de familie werd ik met ‘Ton’ aangesproken en buiten de familie ‘Anton’. Dit gaf soms verwarrende situaties, zowel bij de ander, alsook bij mijzelf. Het is een beetje vergelijkbaar met begroetingen, want wanneer geef je een hand, zoen je en bij dat laatste zijn er nog talloze variaties, variërend van 1 keer tot meerdere keren, tot een gerichte zoen op de mond. En dit is allemaal prima uiteraard, alles context bepaald en afhankelijk van mijn contact met de ander in dat moment.

Ik draag mijn geboortenaam Anton met trots, er was even een uitdaging toen  ‘Anton auss Tirol’ een grote hit werd. De uitdaging stopte, toen ik mij realiseerde dat ik hier niets mee te maken had en ‘Anton uit Groningen’ was en bleef, altijd zal blijven. Ik ben Anton, ik ben Ton, ik ben Tonie en mijn indianennaam ‘ schrijvend woord’. Heel soms komt Tonneke naar boven, als hij even weer extra aandacht nodig heeft.  Ik ben ( schoon) vader, partner, vriend, buurman, oom, neef, collega, maatje. Alleen een kennis zijn doe ik niet aan mee. Ik heb ze allemaal geïntegreerd.

Hartelijke groeten van ons allemaal.

U2 Pride ( In the name of love)

Droombeelden

Afgelopen week kon ik een dag uitslapen en juist deze ochtend werd ik wakker met een reeks aan heftige droombeelden in mijn hoofd. Op weg naar de woonkamer beneden probeerde ik de verschillende onderwerpen al hardop repeterend met steekwoorden te onthouden, ondertussen ongeduldig op zoek naar papier en pen om deze gedachten op te kunnen schrijven. Ik herinnerde me dat ik in een ver verleden langere tijd wel altijd mijn dromen opschreef en daardoor deze dromen steeds beter kon onthouden. Dromen zijn een toegang tot je onbewuste zo had ik geleerd en vaak een sleutel voor wat op dat moment belangrijk voor je is.  ‘S avonds las ik de aantekeningen welke ik die ochtend snel en nog slaapdronken op de zijkant van de ‘Eemsbode’ had opgeschreven. Helaas was het een soort hiërogliefen schrift voor mij geworden, ik kon in eerste instantie helemaal niets meer met de aantekeningen zoals ‘fietsen- weg’ en ‘looppasje om op tijd de toets te halen’. Totdat ik vanochtend met een droom wakker werd over het niet op tijd kunnen inleveren van een scriptie. Mijn collega herinnerde mij in de droom eraan dat we binnen een week deze scriptie moesten inleveren. Ik had er nog helemaal niets aan gedaan en nog niet eens een onderwerp. Paniek sloeg toe en in deze gemoedstoestand werd ik wakker.

Na een bak sterke koffie nam ik mij voor om het thema, de rode draad van deze repeterende dromen voor eens en voor altijd te tackelen. Want ik herinnerde mij dat dromen over het niet halen van toetsen, angsten voor onverwachte schriftelijke overhoringen onregelmatig mijn gehele leven steeds weer terugkwamen, terwijl ik toch wel wel ondertussen een zekere leeftijd had bereikt. Ik moest mijn onbewuste nu maar eens serieus gaan nemen, want hij bleef maar op onverwachtse momenten doorgaan met dit soort dromen te presenteren. Uit mijn middelbare schooltijd herinnerde ik mij twee situaties die mij blijkbaar nog steeds achtervolgden. Een daarvan was de biologie leraar op de MAVO die nooit huiswerk opgaf en nooit een toets gaf. Ik deed dus ook nooit iets voor biologie. Wel ging af en toe het gerucht rond, dat hij aan het eind van het jaar een onverwachts schriftelijk zou gaan geven over het gehele boek. De ogenschijnlijke vrijheid had dus een forse prijs voor mij, want de spanning bleef. Het was een toffe gast, er kwam geen toets, hij gaf iedereen het cijfer 7.

Het andere voorval was mijn bevordering naar het HAVO examenjaar, mits ik een taak Duits goed zou afronden. Ik kreeg een behoorlijke hoeveelheid huiswerk mee en na de vakantie moest ik mij weer bij de leraar melden. Ondanks dat ik Duits uit mijn vakkenpakket had geschrapt ging ik in de zomervakantie toch maar aan de studie. Tenminste dat was mijn voornemen. Mijn broer woonde net op kamers in Leeuwarden en studeerde Duits, dus ging ik bij hem logeren. Uiteindelijk hebben we heel veel leuke café dingen ondernomen en bleef mijn taak ergens in een vergeten hoek liggen. In het laatste schooljaar heb ik een half jaar angstvallig mijn voormalige leraar Duits in het schoolgebouw ontweken, totdat hij na al die tijd een keer recht op mij afliep in het gangpad en zei dat hij mij nu lang genoeg had laten ‘zweten’, het was goed zo. De ogenschijnlijke vrijheid had dus een forse prijs voor mij gehad, want de spanning was al die tijd gebleven.

Ik inventariseerde nu gedreven naar wat mijn mogelijke thema zou kunnen zijn, was het schuldgevoel, faalangst, niet goed genoeg zijn, of gewoon een les om vooral alles aan te pakken en niets uit te stellen.

Ik zal het mijn onbewuste vragen/ voorleggen en wacht zijn nadere berichten af.

Welterusten.

Luistertip Eminem Lose yourself 

https://www.youtube.com/results?search_query=emenem+lose+yourself

Alleen

Het was donker. De nacht had het overgenomen van de avond. Ik had de overweldigende hoeveelheid aan kunstlicht van de Randstad verlaten en reisde het donker in. De weg van de polder was nat, stil en verlaten. Ik was alleen op de wereld, of althans zo voelde dat. Ik zong mee met de tekst ‘telephone is ringing without me, cause I’m no longer at home’ en moest onwillekeurig denken dat de tijd dit liedje ook alweer had ingehaald. Mijn mobieltje lag immers naast mij op de autostoel. Het lag klaar als een instant hulpmiddel voor contact met de buitenwereld, alleen mocht ik er niet aankomen.

Ik had eerder onderweg in de auto op een lang recht stuk op de snelweg een kort ‘ben zo thuis’ ingetypt en bij het plaatsen van het bijbehorende pictogram was ik met een vaart vanaf 130 km per uur naast de snelweg in de berm tot stilstand gekomen. Met bonzend hart, dichtgesnoerde keel en kippevel over mijn gehele lichaam had ik de auto nog redelijk goed tot stilstand weten te brengen. Minutenlang had ik het stuur van de stilstaande auto nog te stevig omklemd, totdat ik de kramp in mijn handen voelde. Uiteindelijk deed ik in een automatische reflex de ruitenwissers uit en de regen ontnam vrijwel direct het laatste beetje contact met de buitenwereld. Ik weet niet meer hoelang ik daar verstijfd en verstild in de auto heb gezeten, het besef van tijd was even vertrokken. Ik stapte uit de auto en zag vlak naast mij de diepe steil aflopende berm en het donkere water. Pas op dat moment begon ik de alarmsignalen van mijn lichaam goed te voelen en merkte dat ik heftig aan het trillen was. Ik deed de muziek uit, deze paste op dat moment niet meer bij de situatie. In de absolute stilte hoorde ik mijzelf met een schorre stem ‘sorry, sorry, sorry ’mompelen. Het was lang geleden dat ik mij tot het ‘hogere’ had gericht. De dood was even akelig dichtbij geweest. Er was weliswaar geen tunnel met aan het eind een lichtpunt en toch voelde ik de aanwezigheid van mijn ouders even heel sterk en keek voor de zekerheid in de achteruitkijk spiegel. Het geluid van een voorbijrazende vrachtwagen bracht mij weer bij het moment. Ik startte de motor en reed verder de nacht in. Het leek alsof er niets gebeurd was. Alleen het diepe bandenspoor in de berm was nog getuige van wat net was geweest.

Het afscheid, de gezelligheid en de gesprekken van de afgelopen dagen zaten nog in mijn hoofd, ondanks dat ik alweer onderweg was. Het klopt dat iets pas voorbij is als je er niet meer mee bezig bent, realiseerde ik mij nu heel sterk. Alsof ik nog in twee werelden leefde. In mijn hoofd was ik nog midden in een gesprek, op een andere plek, terwijl ik ondertussen over de snelweg zoefde richting het Noorden. Richting huis.

Ik mijmerde nog wat na over intense momenten en het steeds voorbijgaan en hield een gerichte perifere blik op de weg, vooral toen mijn telefoon even oplichtte en er een appje binnenkwam………

Luistertip: Boz Scaggs we’re all alone