We waren op weg naar Maastricht voor een weekendje films in het nieuwe Lumiere filmtheater. Een première van vijf nieuwe films van het Collectief 05. In de ochtend voor het moment suprême hadden we gewandeld door de prachtige zonnige winterse heuvels van het Zuid-Limburgse land en alvast de documentaire over de kunstenaar Jos Caelen besproken. Al tijdens de vroege ochtend wandeling onderhielden we ons over leven en ziekte en dood en vooral over de kunst van leven.
De Volkskrant had onlangs een item over de boeddhistische levenswijze waarin de dood elke dag aangehaald dient te worden. Er is ook een app welke je kan installeren over de dood. Een vriendin vertelde mij dat deze app je verschillende keren per dag herinnert aan het feit dat je uiteindelijk op een dag dood gaat. Nu weet ik dat alles wat je aandacht geeft groeit. Ik vraag mij dus af of de dagelijkse herinnering aan je eigen tijdelijkheid positief werkt, of juist alle energie uit je trekt, omdat het toch allemaal maar betrekkelijk is. Ben je net lekker bezig met iets leuks te organiseren, of een route uit te stippelen voor je toekomst, gaat het signaaltje van de bijbehorende app weer af. Je leest dat je einde op een dag zal komen.’ En toch kan het helpend zijn’, bedenk ik mij. Want juist op die momenten waarop iemand uit je omgeving ziek wordt, of plotseling overlijdt, leidt dit vaak tot de overtuiging om vooral volop te leven en de dag intens te plukken. Want het kan immers zomaar over zijn. Ondertussen had ik al van haar vernomen dat de dagelijkse herinnering een ‘overKILL’ was en averechts voor haar werkte. Een opstandig ‘ik zal zelf wel uitmaken wanneer ik dood ga’, maakte het in haar los. Op zich wel weer positief, met een mooie fuckit houding.
Mijn oudere vriend legde mij uit dat volgens hem het besef van tijdelijkheid en ouder worden vaak schoksgewijs gaat. Pas als je een periode afsluit besef je opeens dat je ondertussen al een tijdje in die volgende levensfase zit. Zijn vader was als oudere altijd goed geweest in afscheid nemen. De dag dat hij bijna een fietser aanreed, omdat hij deze niet goed zag aankomen, stopte hij met autorijden. De dag dat hij op de fiets een bocht niet meer adequaat nam, gaf hij zijn fiets weg. Zonder drama, zonder protest, zonder aanklacht en met veel realiteitszin.
In de documentaire zien we de kunstschilder Jos Caelen waarin hij ons meeneemt naar zijn wereld. Ook krijgen we een inkijkje in zijn leven met beelden van de vroegere jonge vitale levensgenieter tot aan vandaag waarin hij als oude man worstelt met zijn ziekte en de gevolgen daarvan. Parkinson belet hem om nog op dezelfde manier door te gaan. Ontroerend en indringend is het moment waarop hij met zijn partner naast hem laat zien hoe hij toch nog schildert. De eerste lijnen worden met opvallend vaste hand neergezet, tot het moment waarop het trillen weer toeslaat en de verfspatters het kunstwerk in wording onverbiddelijk afserveert. De beelden spreken meer voor zich, dan de krachttermen.
Ik ben stil en onder de indruk en zie en voel de emoties in de zaal. Dit is namelijk ook jouw en mijn verhaal. Het verhaal over leven en dood en ziekte, dichtbij of godzijdank nog ver weg. In gedachten speelt het liedje met de zin ‘De tijd ademt ons in en weer uit’ zich in mijn hoofd af.
Ik krijg op het moment van schrijven een appje van een vriendin. Alsof ze mijn gedachten van het moment weet, stuurt ze een prachtige tekst over je eigen uniek zijn, er is er maar 1 van. ‘Schrijf en teken en creëer en speel en dans en leef zoals alleen jij dat kan doen’.
Ik maak een buiging voor het leven.
Luistertip: Tech N9ne- Fragile