Op de motor

In 2007 ontmoette ik mijn huidige partner. In het begin van een relatie worden vaak tot diep in de nacht belevenissen en avonturen uit het verleden uitgewisseld. Eerdere relaties, kinderen, je gezin van herkomst, vrienden, familie komen allemaal voorbij. We willen het verleden zo ‘levendig’ mogelijk terughalen om met onze huidige partner te delen.
Ook kwam mijn motor uit het verre verleden in stoere verhalen voorbij. Daarbij beloofde ik nu alweer 12 jaar geleden om eens met haar een motorritje te zullen maken.

Ik was 25 toen ik op een dag besloot om motor te willen gaan rijden. Ik was geïnspireerd geraakt door een toenmalige vriend. Hij was een echte motorliefhebber. Na het behalen van mijn motorrijbewijs vroeg ik hem mee op mijn speurtocht naar een goede tweedehandse. Het werd een Yamaha XS 1100. ‘Veel te zwaar’, vond hij om mee te beginnen.
Ik liet het zware rode gevaarte, inclusief de imposante kuip onderdelen zwart spuiten en had vanaf dat moment mijn eigen motor voorzien van ‘mijn handtekening’. Vele motortochten naar andere landen volgden. Mijn eerste tocht ging naar een motortreffen in België. De motorvriend, helaas is hij veel te vroeg overleden, overtuigde mij dat deelnemen aan een motortreffen er echt bijhoorde.
’S avonds stond ik met mijn zwartleren motorpak ( uiteraard losse en nonchalant open gedragen motorjas en leren broek) met een flesje bier rondom een groot vuur en probeerde een beetje in een soort van motorstemming te komen. Hier waren allemaal motorliefhebbers bij elkaar. Ik bleek de enige aanwezige met een Japanse motor, ook wel plagerig ‘een naaimachientje’ genoemd. Omdat het een heftig (1100cc) ‘monster’ was en ik meegenomen was door een lid van de motorclub, werd ik waarschijnlijk toch getolereerd. Met verbazing heb ik die avond de voor mij saaie gesprekken aangehoord. Er werd vol passie gesproken over Engelse motoren en onderdelen. Zelf had ik eigenlijk niet zoveel met motoren, in ieder geval niet met de techniek. Ik kon wel een eind meegaan in het gevoel van vrijheid bij je verplaatsen per motorfiets, al ben ik ook een groot liefhebber van het gemak en comfort van een auto. Een motor betekent avonturen beleven, hard werken en nog meer opletten. Meerdere keren ben ik met een eerdere vriendin op de motor naar het buitenland geweest. Het harde werken beloonde je dan bij een pompstation met koffie en een sigaret. Dat laatste past niet meer bij mijn leefstijl.
Even later verhuisde ik bij het motortreffen naar het vrouwen kampvuur, hier was het eigenlijk veel gezelliger. Ik ben later nooit meer uitgenodigd voor het Belgische motortreffen. Waarschijnlijk had ik teveel codes doorbroken.

Enkele jaren later nam ik afscheid van mijn stalen ros. Er waren kinderen gekomen en een handige station auto maakte onderdeel uit van het dagelijks leven en werd het vervoermiddel voor de vakanties. De motor stond nog een jaartje eenzaam te wachten bij vrienden voor dat ene ritje op een zondagmiddag, waar eigenlijk geen tijd meer voor was met een jong gezin. Uiteindelijk werd de motor verkocht. Einde tijdperk.

Het is 28 jaar later. Ik ben klaar voor een rondje Hoogeland op de geleende Suzuki Bandit 1200 motor. Te zwaar om mee te oefenen, alhoewel het gevoel voor de motor er nog steeds is. Ik zing vanonder mijn dichtgeklapte integraalhelm luidkeels ‘Born to be wild’. Om de hoek bij Zeerijp al motorpech. Bij het maken van een selfie op de parkeerplaats sloeg de motor namelijk af. De accu bleek leeg. Zo nonchalant mogelijk wacht ik op motoreigenaar Eddy en de accukabels. Binnenkort maar eens een ritje met mijn vriendin zoals beloofd, als ze nog steeds wil😎

Luistertip:New sensations, Lou Reed

Badmeester Keimpe

Het was zover. Samen met mijn gepensioneerde vriend reden wij naar onze bestemming. Zijn bejaarde camper deed het nog steeds goed. De maximale snelheid van 100 km dicteerde een haalbare afstand voor een weekend weg. Ik ging maandag immers weer werken. Ik probeerde te onthaasten. Voor mijn vriend maakten de dagen, afstand en tijd niet zoveel meer uit, ‘de vrijdag was allang een zaterdag voor hem’. De laatste keer in de camper was alweer twee jaar geleden. De herinnering aan dat weekend in de Achterhoek ging samen met gemengde gevoelens. Het was erg gezellig geweest met bijpraten, terrassen, filosofische beschouwingen en geouwehoer. Ook was het nogal benauwd geweest daar in de slaapcabine onder het dak van de camper. Dat laatste had ik allang verdrongen en kwam ondertussen langzaam weer naar boven.
Dit keer was de bestemming het Friese Gaasterland, vlakbij het Slotermeer en op fietsafstand van het IJsselmeer. Mijn angst voor de komende nachtelijke slaaptaferelen schoof ik nog maar even voor mij uit, tegen beter weten in.
Even later zitten twee mannen rond het middaguur aan een tafeltje bij het Slotermeer. Deze eerste weekend fietstocht bracht ons naar dit prachtige plekje, met de nieuwsgierigheid opwekkende naam ‘Badmeester Keimpe’. De verzengende zon zorgde ervoor dat alle schaduwplekken bezet waren. ‘Shit, alweer een petje en zonnebril vergeten’, realiseerde ik mij te laat en zou later die dag mijn zoveelste pet en zonnebril aanschaffen.

Ondertussen beukt de zon er intimiderend wellustig op los. Gelukkig mogen we van het aardige stel (zij net zwanger, hij extra zorgzaam) ons tafeltje bij hun onder de parasol schuiven. Overmoedig geworden en dankbaar voor dit sublieme hemelse ‘hier en nu’ gevoel op dit terras aan het water, bestel ik een tweede Leffe blond bij de leuke, aardige en attente jonge serveerster. Dit werd natuurlijk even later keihard afgestraft tijdens het fietsen bij tropische temperaturen met een hete (mistral) tegenwind. Mijn gedachten werden door de hitte en het ‘mayday signaal’ van mijn lichaam, in verband met watertekort, steeds mistiger. Ik bleef kilometers lang ‘haken’ bij de nutteloze gedachte, wie badmeester Keimpe zou zijn. Twee inhaal flessen water later ben ik ongeveer weer in de realiteit. Terug op het overzichtelijke veld waar de gemiddelde leeftijd ver voorbij een zekere leeftijd ligt met een hoog ‘rollator gehalte’. Hier heerst de ijzeren wet van Rust, Reinheid en Regelmaat. Na de siësta volgen we met hernieuwde energie de fiets knooppunten aanwijzingen door het oude bos richting een eetgelegenheid. Op een of andere manier stimuleert de RRR omgeving om juist vooral in de actie te gaan, op weg naar wilde avonturen.

Op het gemoedelijke dorpsplein van Oudemirdum zingt en speelt een fries duo. Hun geluidsinstallatie overschreeuwt de mogelijkheden voor een gesprek. Ik laat het volgen van een gezonde leefstijl even los en schakel over op koele witte wijn. Deze verdoving helpt ook tegen de irritatie gevoelens met betrekking tot deze ‘muziek’.

Ik had mij dit keer goed voorbereid. Gewapend met Deet antimug van de zwaarste categorie beklim ik later die avond, via het handige solitaire trapje, gelaten de slaapplek onder het dak van de camper. Ik wist het eigenlijk al; nadat de zon de gehele dag het polyester dak heftig heeft voorverwarmd, lag ik hier in een open doodskist met temperaturen vergelijkbaar met de crematieoven. Doodstil lag ik te wachten tot de lange nacht voorbij zou zijn. Ik ontving ter plekke inzichten hoe een acute paniekaanval moest voelen. Met rustige diepe in- en uit ademhaling kreeg ik weer controle en bracht mijn zuurstof en CO2 verhouding uiteindelijk weer op orde.
‘Slaap je al vriend’, vroeg mijn maatje irritant relaxed ergens vanuit de begane grond. ‘Bijna’ , overschreeuwde ik mijzelf en fantaseerde ondertussen hoe ik het matras naar buiten door de te smalle deur kreeg, op weg naar vrijheid. Ik moet toch, geveld door slaaptekort, fiets inspanning, emoties en alcohol vlak daarna in slaap zijn gevallen.

Waarschijnlijk had mijn vriend een totaal andere temperatuur beleving, toen hij het ontbijt in de camper op het handige uitklaptafeltje klaar ging zetten. Ik zag dat hij het prijskaartje van de WE nog aan zijn korte broek had hangen.
Het werd naar aanleiding van mijn dwingende respons een buiten ontbijt beleving. Gelukkig werd er sterke koffie geserveerd. Al kreeg ik eerst Nespresso met een smaakje.

Tijdens fietstocht nummer twee, zag ik dat hij nog steeds het prijskaartje van de WE aan zijn korte broek had hangen. We namen een frisse duik in het IJsselmeer, zagen vrienden in Stavoren en genoten van het fantastische zomerse weer. Ik was weer geïnspireerd geraakt voor het kamperen en dan vooral buiten slapen.

Met uiteraard ook dank aan de gastvrijheid van mijn goede vriend, die zijn camper een weekend met mij wilde delen. Het moet ook niet altijd even makkelijk zijn om met mij op te trekken.

P.s: er hangt nog een prijskaartje aan je korte broek.

Luistertip: Winter in America is cold, Doug Ashdown

Aan de oevers van de tijd

Onlangs bezocht ik weer eens een congres over persoonlijk leiderschap. Sinds ik geleerd heb dat maximaal tien procent van de informatie van zo’n dag blijft hangen, ben ik nog meer ontspannen en vertrouw erop dat mijn onbewuste de voor mij belangrijke informatieve tien procent selecteert om in het lange termijn geheugen op te slaan.
Ik focus mij er vooral op om een ontspannen en fijne dag te hebben en soms ontmoet ik bij de lunch ook nog leuke mensen. De tijd dat ik bij elke workshop heel ijverig aantekeningen maakte met het bijgeleverde aantekenboekje en pen ligt al ver achter mij. De ervaring leert dat het gratis tasje met folders, blocnote en extra pennen thuisgekomen ergens op een stapel in de kast komt te liggen en uiteindelijk ‘verdwijnt’. Mocht ik deze attributen maanden later toch nog weer per ongeluk tegenkomen, dan zeggen de losse woorden en onderstreepte zinnen met uitroeptekens mij vaak niet zoveel meer en eindigt alles alsnog bij het oud papier en het tasje in de container of bij de afdeling handige tasjes in de gangkast.
Één congres bezoek van jaren geleden kan ik mij nog als de dag van gisteren herinneren. De spreker had direct mijn volle aandacht getrokken doordat hij ons op een indringende wijze meenam in zijn persoonlijk verhaal over zijn flitsende carrière en harde val in de commerciële business. Bakken met geld verdienen ging gelijk op met mega stress, deadlines een scheiding en uiteindelijk een heftige burn-out. Het enige voordeel van zijn ruime financiële situatie was om na het afscheid van zijn baan een tijd in vrijheid te kunnen leven. Al relativeerde hij dit ook gelijk weg, want zijn reizen over de hele wereld en ontmoetingen met heel erg wijze mensen hadden hem geleerd, dat de uiteindelijke rust toch in jezelf zit. Fietstochtjes en wandelingen rondom de eigen woonomgeving bleken hetzelfde kalmerende en inzichtgevende effect te kunnen hebben. Het door hem getoonde reclamefilmpje ‘ life is short, play more’ van Xbox maakte een verpletterende indruk op mij.
We zien in dit bijna één minuut durende filmpje de geboorte van een baby, die uit de baarmoeder de lucht in wordt geschoten en onderweg verandert naar peuter, kleuter, puber, volwassene en oudere en vervolgens neerstort in het graf. De aftiteling ‘ life is short, play more’ kwam nogal binnen.
Want tijd is kostbaar en ik vroeg mij af of ik wel de dingen doe die er echt toedoen.

Alsof het zo moest zijn zag ik deze week op Instagram een tekst over ‘de tijd’, waarvan kort samengevat deze erg langzaam gaat als je wacht of je verveelt, te kort is bij optimaal genieten en eindeloos lang duurt bij verdriet en andere pijnen.
Kortom, de tijd wordt bepaald door je gevoelens en mentale conditie en minder door de klok.
Alhoewel ik geen antwoorden heb over hoe het kan dat je met reizen bij een snelheid van het licht, de tijd kan inhalen. Stephen Hawking kan het niet meer uitleggen, zijn tijd zit erop sinds 14 maart 2018.

Fijne tijd verder

Luistertip:Aan de oevers van de tijd, Spinvis

What about Communication

‘Wat is toch de oorzaak dat we elkaar zo vaak niet begrijpen’, dacht ik. Ik liet de zin ‘hoe kun je communiceren met een ander, als je niet goed weet hoe je met jezelf communiceert’ op mij inwerken. Het gesprek komt bij je binnen, gefilterd door je eigen waarden, normen en overtuigingen, mede uit je gezin van herkomst. Dit geeft bepaalde geëvalueerde gevoelens en vervolgens denken we vaak ook nog de situatie objectief te kunnen waarnemen.
En dan heb ik het nog niet eens over dat mannen van Mars komen en vrouwen van Venus (John Gray). Eigenlijk is het heel bijzonder dat we elkaar nog redelijk kunnen begrijpen.
De herinnering aan mijn sportief avontuur in Frankrijk om van rotsen in het water te springen was onlangs weer naar boven gekomen. Er was een levensgevaarlijke situatie  ontstaan. Ik was bijna door mijn roekeloosheid, op een paar cm na, op de uitstekende rotsen in het water te pletter gevallen. Dit had ook te maken met het gegeven dat ik de gids niet goed begreep en met mijn stoerheid, of beter gezegd met het negeren van mijn angst dit avontuur indook.

Zijn uitleg in het Frans om toch vooral ver naar het midden (dans Le milieu) te springen, had ik helemaal niet begrepen. Ik dacht dat hij iets over verschillende familiemilieus had gezegd. Als ik logisch had nagedacht, had ik uiteraard kunnen begrijpen dat je niet tijdens een spannende activiteit, waarbij je je op het ‘ moment suprême’ fysiek en mentaal optimaal op een risicovolle sprong moet voorbereiden, een gesprekje gaat voeren over het milieu waar je uit vandaan komt.

Dit was een duidelijk voorbeeld van gebrek aan vaardigheden. Ik had in al die jaren vakantie in Frankrijk nooit de moeite genomen om de Franse taal goed te leren. Alleen een paar hoopvolle ‘camping zinnen’ voor overnachtingen en het bestellen van een Frans biertje en andere overlevingsbenodigdheden bestreek mijn repertoire. De rappe antwoorden gingen dan vooral langs mijn vage verontschuldigende grijns heen.
Communiceren vanuit verschillende overtuigingen wordt nog ingewikkelder, vooral als deze niet worden uitgesproken….

Oom Harry was vlak voor zijn plotselinge dood nog een keer bij ons langs geweest. Ik was net bezig om ons huis te schilderen. ‘Waarom geel’, informeerde hij en uit zijn intonatie en expressie kon ik merken dat hij dit maar niets vond, alleen benoemde hij dit niet. ‘We vinden dit gewoon een mooie kleur’, zei ik licht geïrriteerd en stapte de trap af om het onverwachtse bezoek te ontvangen met koffie, tijd en verdere gastvrijheid. Bij de koffie werd het gesprek er niet gezelliger op, toen het gesprek richting mijn coachingsactiviteiten ging. Of ik nog steeds met die familieopstellingen ofzo opleiding bezig was, informeerde hij met een ingehouden glimlach, waarvan ik al wist dat hij hier van alles van vond, nl totale onzin. Ik koos voor de beleefde variant, door met een kort, ‘ ik ben bijna klaar’, te reageren. Er was hier duidelijk sprake van verschillende overtuigingen. Zelf was ik altijd een beetje allergisch geweest voor mensen die altijd ongevraagd impliciet of expliciet hun mening over de ander uitstorten. Voordeel van mijn opleiding? Dat ik nog meer heb geleerd dat mijn perceptie alleen maar projectie is. Oom Harry reageerde altijd vanuit zijn negatieve wereld- en zelfbeeld. Hij had zijn duistere verleden niet onder ogen durven zien en er niets aan gedaan om dit te veranderen door de regie te pakken. Het gevolg was dat zijn oude film van afwijzing en eenzaamheid zich doorlopend aan het herhalen was over huidige belevenissen heen.
Mijn irritatie had eigenlijk niet zoveel met hem te maken en alles met mij, waar ik zelf invloed op kon uitoefenen.
Met een glimlach en enige mildheid luisterde ik naar Oom Harry zijn verdere slachtofferige klaagzang over de maatschappij, de overheid, de wetgeving en alle verdere ellende die alleen anderen over hem heen zouden storten. Af en toe deelde ik enkele plaagstootjes uit met de boodschap dat hij keuzes heeft.
‘Allemaal flauwekul, al dat gepsychologiseer’, zei hij dan nors.
Hij deed mij denken aan de twee oude mannetjes uit de muppetshow, die altijd en overal commentaar op hebben, behalve op zichzelf. Het cadeautje met de opschrift ‘ zo de binnenwereld, zo de buitenwereld’ lag nog voor hem ingepakt in de kast.
Harry was namelijk nogal plotseling vlak voor zijn verjaardag overleden. Misschien dat iemand anders er nog wat aan heeft.
Ik gebruik deze tegeltjes wijsheid met vallen en opstaan in ieder geval nog iedere dag.

Luistertip:What about love, Faithless

Meer of minder complimenten

De wekker stond op half vier. Dit was het niemandsland tussen nacht en ochtend. Zelfs  Iphone Siri vond dit tijdstip overdreven en gaf het volgende antwoord: ’Hallo Tonie, ik heb een wekker voor je gezet om 15.30’. Ik schakelde over op handmatig om de juiste 03.30 te programmeren. Elke keer verbaas ik mij toch weer over de kracht van het onbewuste, want net voor de wekker afging op dit onmogelijke tijdstip, riep mijn interne klok mij al bij de les. Dat is hoopvol, want dit betekent dat je zelf veel meer de regie kan nemen bij je keuzes en vragen.
Ik hees mij in mijn wadloop outfit voor weer een dagtocht Ameland. Ook deze keer vergezeld door een pijnlijke grimas bij het aantrekken van de BB schoenen die elk jaar verder lijken te krimpen. ‘Weer vergeten om een nieuw paar schoenen te kopen’, dacht ik gelaten en wekte onze vrienden.  Het schoenen voorval confronteerde mij met de vraag of ik wel goed genoeg voor mijzelf zorg. Ik wist natuurlijk allang dat ‘te druk gehad’ een non excuus was.
Even later zaten zes vroege ‘ wadvogels’ in de Alhambra op weg naar Holwerd, waar we ons met de rest van het gezelschap zouden samenvoegen om het werelderfgoed over te steken met als eindbestemming Ameland.
De tocht in het busje bracht herinneringen aan vroegere georganiseerde sportieve camping dagtochten. We waren met het toen nog jonge gezin ergens op een camping in Het Gorge gebied in Zuid-Frankrijk. We vertrouwden de combinatie ‘uitstapje voor het gehele gezin’ versus de aankondiging om van rotsen in het water te springen al niet. De leukigheid bestond uit het in surfpak en helm springen van rotsen oplopend van 4 meter tot de finale van veertien meter langs de waterval in het eronder gelegen meer. Ik begreep dit ook pas onderweg in het busje op weg naar deze uitdaging.
De Franse bestuurder die in nagenoeg onverstaanbaar steenkool Engels ons enkele details probeerde duidelijk te maken deed mijn stemming omslaan richting lichte paniek toen de verschillende springhoogten tot mij begon door te dringen. Ik wou eruit, alleen kon dit niet. Vluchten kon niet meer en ik gaf ik mij maar over aan wat komen ging door mijn angst toe te laten. Bij de zes meter sprong waarschuwde de gids om toch vooral ‘dans le mileu’ te springen en gaf mij op de glibberige rotsrichel een duwtje. In het water begreep ik pas dat dit ‘in het midden springen’ betekende, te zien aan de boven het water uitstekende rotsformaties. Gelukkig draaide die dag mijn beschermengel overuren.

Vandaag was een bekende onderneming. Al jarenlang loop ik over het wad naar Ameland. Dit keer hadden twee deelnemers nog nooit eerder wad gelopen en zo ontstond na de oversteek naar het eiland en de lange strandwandeling, met een stijgende koffie behoefte, een complimenten moment bij de koffietafel in het strandpaviljoen.
‘Ik ben trots op je’ zei ik tegen de nieuwelingen. ‘Er is iets met deze zin’, dacht ik en filosofische Henk legde uit vooral trots op zichzelf te zijn. Dat is natuurlijk heel krachtig, als je dat tegen jezelf kan zeggen. Daarnaast bepaal jij met de ‘trots zijn’ uitdeling of iemand hiervoor in aanmerking komt. Gezamenlijk besloten we dat bij het uitdelen van een ‘ ik ben trots op je’ er op zijn minst sprake moet zijn van een innige relatie met de ontvanger. Dus voorzichtig met deze vorm van complimenten geven. Beter zijn complimenten, zonder jezelf daarbij centraal te stellen.
Nederlanders zijn wel wat voorzichtig met het geven en ontvangen van complimenten.
Dat zou dus wel wat meer mogen. Bij amerikanen ligt het omslagpunt bij nog geloofwaardige complimenten geven op zo’n tien per dag. De nuchtere Hollander kan minder goed complimenten ontvangen en wordt achterdochtig indien de complimenten gever op een dag drie keer een compliment aan de ontvanger geeft.

Trouwens, goed van je dat je deze column helemaal hebt uitgelezen!

Luistertip: You’re the best thing, Ray Lamontagne

De weekend chicks

Het was vijf uur en ik was klaarwakker. De score was 1 mug gekillt. Er bleek diep in de nacht toch nog eentje al die tijd op de reservebank te hebben gezeten. Fit en resultaatgericht verscheen de volgende om 3.00 uur Am tijdens het diepste moment van slaap, ontspanning en overgave.

Thuis had ik net een blauwe lamp aangeschaft, waarmee de mug snel gedood kan worden. Laatst werd ik thuis midden in de nacht even wakker van het geknetter van de mug die ‘tegen de lamp liep’. Dit scheelde een nachtelijke frustrerende zoektocht langs muren en plafond, gewapend met handdoek, in slaapdronken toestand. Ik draaide me met een glimlach om en droomde verder.

Ik wist dat er blauwe lampen in mijn opleidingsinstituut waren, alleen had ik geen zin meer om eruit te gaan, om een lamp te lenen. Opeens viel mijn blik op de ventilator. Weliswaar met een te kort snoer, desondanks bereikte mij nog een zwak briesje vanaf de tafel richting het bed. De mug bleef steken, alleen hoorde ik haar niet meer.

Alleen al de liefdevolle geste van de facilitaire medewerkers om met deze tropische temperaturen een ventilator op de kamers te zetten, verwarmde mijn hart en gaf tegelijkertijd verkoeling.

Dit was het laatste weekend, de opleiding systemisch begeleider was bijna afgerond. Wat had ik hier veel meegemaakt en geleerd binnen deze familieopstellingen training. Ik was mijzelf vaak en veel tegengekomen, had mijn familie op een andere manier ontmoet en was uiteindelijk eerlijker voor en naar mijzelf geworden. ‘Het is net alsof ik met veel meer liefde en mildheid naar mijzelf en dus ook naar iedereen om mij heen kan kijken’, dacht ik. ‘Alleen niet naar muggen’ realiseerde ik mij een beetje opstandig en opeens besefte ik waar mijn heftige anti mug gevoel vandaan kwam. In Colombia had namelijk een mug de ‘el dengue’ ( knokkelkoorts) op mij overgebracht. Drie weken lang had ik ergens in de jungle in een kamertje met hoge koorts en heftige nachtmerries gelegen. Maanden had het geduurd voordat ik mijn energie weer enigszins terug had.

Ik stapte met een gevoel van toenemende nostalgie van ‘de laatste keer’ de kelder eetzaal van het instituut binnen. Het was een voor overnachting en ik bleek ik de enige gast. Het bord met een uitgebreid ontbijt was al liefdevol voor mij neergezet. Omdat de toegang naar de eetzaal via de keuken loopt, ontmoette ik de facilitaire ochtendploeg. De drie medewerksters ontvingen mij hartelijk en ik werd ingelicht dat er straks een vierde zou arriveren, zodat ze mij optimaal konden ondersteunen bij mijn ontbijt ervaring.

Ik zit te ontbijten en voel mij thuis. Lachsalvo’s en vrolijke gesprekken vullen de naastgelegen keuken. Een ploeg van 14 medewerkers, allemaal fantastische vrouwen, ondersteunen dagelijks de catering ( heerlijke en gezonde maaltijden) en de organisatie van dit trainingsinstituut voor persoonlijke groei. Ze zijn altijd vriendelijk en respectvol aanwezig voor de cursisten die in verschillende soorten van emotionele staat en inzichten zich even lekker snotterend laten gaan, of ergens vanuit een rustig plekje voor zich uit staren om nieuwe inzichten tot zich te nemen. Het is weekend en dus zijn de weekend chicks in charge, zoals ze liefdevol genoemd worden. Na het diepte-interview van gisteren over haar facilitair werk, zie ik dat de naambordjes weer gedragen worden, waarmee ze gelukkig meer zichtbaar zijn. Wat heb ik genoten van het lekkere eten, de service en hun vriendelijke aanwezigheid.

En de mooiste les geleerd: hou vooral van jezelf, bevrijd jezelf van je eigen ‘gedachten kooi’, zodat er ruimte ontstaat om vooral van anderen te houden.

Luistertip: Soldier of love, Sade

Voorbij de Alzheimer

Er verscheen een herinneringssignaal in het display van mijn telefoon met ’Bijeenkomst  recreatiezaal verpleeghuis Blauwborgje’. Ons bedrijf heeft vele locaties waar we met grotere groepen bij elkaar kunnen komen, alleen was ik hier nog nooit voor mijn werk geweest. Ik was op weg naar de omgeving waar mijn moeder de laatste vier jaar van haar leven tegen haar wil had doorgebracht.
Op het moment dat ik de hal binnenstapte klapte de herinnering met een mokerslag mij terug in de tijd. De baliemedewerkster herinnerde zich mij. ‘Ik zie je zo weer met je moeder hier voorbij lopen’, zei ze. Ik bleef staan bij de balie in de hal en probeerde mij te herpakken door de poes te aaien. Deze rood-witte poes, loom liggend op de balie leek exact op onze kat, waardoor het geheel nog meer surrealistischer werd. Verderop in de recreatieruimte lagen vele voetstappen van ons. Hier werd bezoek ontvangen en ook liedjes gezongen, in de handen geklapt, ballen naar elkaar overgegooid, onder leiding van de altijd blije en optimistische activiteiten mevrouw.

Ik werd er elke keer alleen maar treuriger van.

Zij had geluk, want mijn partner en ik en de vriend van mijn moeder woonden vlakbij. Mijn broers en zus en partners bezochten haar ook regelmatig. Vele bewoners kregen bijna nooit bezoek. We haalden haar op uit de gemeenschappelijke huiskamer en gingen snel op weg naar de vrijheid buiten voor een wandeling in het park, naar ons huis, of naar het café voor een goed glas rode wijn.

Toen het hoge wijnglas niet meer lukte, goten we het over in een klein glas en op het laatst in een tuitbekertje. Mijn moeder wou niet in het verpleeghuis verblijven. Haar vasthoudend verzet duurde vier jaar tot aan haar overlijden. In het begin deed ze wel eens een ontsnappingspoging. De lieve en zorgzame begeleiding vonden haar wel lastig. Ik begreep haar verzet, want ze wou naar huis. Een filmopname van haar kinderen om af te spelen bij grote onrust hielp bij haar ook al niet. Ze werd alleen rustig als wij, of haar vriend er waren. Tot op het laatst herkende ze ons, dat wil zeggen, ze voelde dat wij bij haar hoorden. ‘Dag lieverd’, zei ze dan, ‘ zullen we naar huis gaan’?

Het laatste jaar had alzheimer haar steeds meer in de wurggreep. De kwieke fietser en wandelaar, zat nu in de rolstoel om de buitenwereld bij haar binnen te halen. De drukke gezellige prater was veranderd in een oud vrouwtje met een lege blik, gehuld in zwijgen.
In stilte liepen mijn broer en ik met mijn moeder in de rolstoel naar ons stamcafé in het plantsoen. Het zou niet lang meer duren, alleen wisten we dat nog niet.
Er was weinig contact meer. Terwijl wij ieder aan een kant van haar zaten, ging plotseling vanuit het niets haar handen langzaam naar mijn broer en naar mij. Ze legde haar hand op onze armen. In gedachten zei ze ’ik hou van jullie, wij horen bij elkaar’. ‘Ik hou ook van jou mamma’ , zei ik met schorre stem en kuste haar. Intens dankbaar voor dit mooie moment.

Negen jaar later en ik realiseer me dat ik na haar overlijden nooit meer in het verpleeghuis Blauwborgje ben geweest. Vannacht had ik een intense droom. We waren in een vakantiehuisje en ik had een dringende vraag voor mijn moeder, alleen zij wist het antwoord. Langzaam veranderde de vakantie omgeving in de welbekende lange steriele gang met de oneindig lange houten leuning langs de muur om het eigen broze leven nog enigszins staande te houden. Een geur van boenwas, om de andere geuren te verdrijven hing zwaar in de bedompte lucht. Ik besefte met een schok dat ze alzheimer had en twijfelde om haar mijn vraag te stellen. Voordat ik het uitgesproken had, kreeg ik mijn antwoord van haar.
Ik werd wakker en wist dat de alzheimer er allang niet meer was, mijn moeder wel. Altijd, als ik dat wil.
‘Dankjewel’, hoorde ik mijzelf hardop zeggen en stond op, een mooie dag tegemoet.
Luistertip: Ring them bells, Natasha Bedingfield

Fietstocht langs de Noordzee en Waddenkust

Mijn broer had voorgesteld om samen de route Vlissingen naar Westeremden via de Noordzee- en waddenkust op de fiets te gaan ondernemen. Een tof idee, alleen zag ik nogal op tegen het transport van de fiets met de NS naar ons startpunt. Ik bedacht een mooie constructie, waarbij mijn jongste zoon mij zou brengen met onze auto. Helaas sneuvelde dit briljante idee op het laatste moment, vanwege ingelaste vakantieplannen van de zoon. Moedig bereidde ik me mentaal voor op de treinreis van 5,5 uur inclusief drie keer overstappen.

Buiten de spits beloofde de NS genoeg fiets faciliteiten, het moest goed komen. Met hun slogan ‘proef de vrijheid’, stapte ik, keurig buiten de door de NS verboden voor fietsers spitstijd, hoopvol de trein in. Uiteindelijk stond ik een groot deel van de reis half voorover gebogen over mijn fiets, opgepropt in een halletje tussen meerdere fietsers en andere reizigers. Alleen omdat ik de conducteur om een oplossing vroeg kon ik nog met deze 09.15 uur trein mee. In eerste instantie reageerde de NS er laconiek met een ‘vol is vol meneer’ en adviseerde hiermee impliciet dat ik beter andere leuke dingen kon gaan doen in plaats van met de trein inclusief fiets te gaan. Pluspunt was het meisje met de koffie en andere versnaperingen. Gelukkig kon zij via allerlei lenige manoeuvres langs de reizigers en fietsen ons een bekertje koffie (troost) overhandigen.

Alle frustratie en andere ongemakken waren op slag vergeten op het moment dat mijn fiets en ik het laatste stukje naar ons startpunt genoten van het buiten zijn. Het avontuur kon beginnen.
Langs de imposante Maasvlakte fietsten we naar het prachtige plaatsje Brielle, op het ‘eiland’ Voorne. We snoven de zeelucht op en genoten even later van de slingerende fietspaden door de uitgestrekte duinen bij Den Haag en Wassenaar. Verbazing over de drukte bij Katwijk aan zee, Noordwijk en Bloemendaal. De racefietsers deden hun naam eer aan en de rest van Nederland verplaatste zich per Ebike. Gestaag en met een milde snelheid meanderden wij op eigen kracht met bepakking, geholpen door een zacht Zuidwester briesje en schitterend weer, richting ons volgende einddoel van de dag. Ik kreeg een inkijkje in vakantie vierend Nederland, vooral bestaand uit vitale 60 plussers.

Bootjes werden gesopt, huisjes en tuintjes keurig onderhouden en de terrassen hadden een hoog koffie met ‘iets erbij’ gehalte. ‘Nederlanders zijn een proper en vlijtig volk’, dacht ik en vroeg mij af of er vooral ook genoten werd van deze bevoorrechte vrijheid naast al dat onderhoud.
Mijn broer genoot met mij van het sportieve samenzijn, ondanks zijn eigen strijd tegen Parkinson die het tempo onverbiddelijk bijstelde. ‘Dit is ook vrijheid en moed’ dacht ik; je focussen op wat je nog wel kan en daarvoor helemaal gaan. Met een gevoel van respect en broederliefde staken we over richting Heerhugowaard voor een tweede overnachting.
De voor fietsers gedeeltelijk afgesloten Afsluitdijk leidde ons naar het Noorden, naar het werelderfgoed gebied de waddenkust.
In verband met de versterking van de Afsluitdijk ( een bekend begrip voor ons Groningers) bracht de vriendelijke en behulpzame buschauffeur ons met zijn fietsbus tot halverwege, waardoor ik toch nog het Afsluitdijk gevoel op fiets kon ervaren. Lange tijd verkeerden we langs de dijk alleen in gezelschap van schapen en lammetjes. Verder was het stil. Mijn broer noemde het eenzaam, ieder met zijn eigen perceptie van dezelfde beleving.
Onze tocht kreeg nog een reünieachtig karakter bij het aandoen van broer nr drie en vier met partners. Het Friese Stiens was onze (laatste ) familie overnachting.
Polder en dijk wisselden zich af richting het kleinste haventje van Nederland, Noordpolderzijl. We waren op weg maar de parel van het Noorden, eindbestemming Westeremden.
Bij de telefonische reservering voor een tafel in restaurant Spoorzicht, om onze thuiskomst te vieren, vroeg het meisje of er nog bijzonderheden waren?
Het eerste wat bij mij opkwam was dat ik graag wilde benoemen dat ik zo dankbaar ben voor het fijne contact met mijn broer. Verder geen bijzonderheden, dank u.

Luistertip:Brother brother, the Isleys

Lesbisch stel in elkaar geslagen

 

Dit bericht, met de overbodige toevoeging,  had ik gelezen op Nu.nl en hield mij de gehele week al bezig. Twee jonge vrouwen hadden Londen bezocht en ‘s avonds de dubbeldekker genomen. Ze waren bovenin gaan zitten voor het mooie uitzicht. Het deed mij denken aan die keer dat mijn vriendin en ik met mijn kinderen een weekendje in Londen waren en ons in een lekker vlot tempo met de bus langs alle hoogtepunten lieten rijden. Het verschil was, dat onze busreis mij herinnerde aan een zeer geslaagd, tof weekend en de busreis van deze vrouwen in een nachtmerrie eindigde.
Het was een bloederig en beangstigende ervaring geweest. De slachtoffers hadden achteraf een foto laten maken van hun gehavende uiterlijk en de foto met tekst over wat er was gebeurd op Facebook gezet. Een goed besluit om de zinloosheid en laffe daad publiekelijk te maken en iedereen aan het denken te zetten over tolerantie, respect en geweld ( zinloos laat ik weg, omdat naar mijn mening elk geweld zinloos is.)
Vier aangeschoten ‘mannen’ waren naar de vrouwen toegelopen en hadden provocerende opmerkingen gemaakt. Ze moesten elkaar zoenen en betasten. Ondertussen wierpen ze muntstukken, om hun eis kracht bij te zetten. Toen de vrouwen weigerden, ging de provocerende stemming over in het molesteren van de slachtoffers. Vier mannen schopten en sloegen twee vrouwen.
Bij vertrek pakten ze en passant nog even de eigendommen van de gedupeerden mee. Einde bericht.
Hun keuze tot het niet willen reflecteren over eigen haat en angstgevoelens werd geprojecteerd op een extern doelwit tot het verkrijgen van een intern superioriteitsgevoel. Deze ‘film’ wordt volgens mij overal in onze samenleving keer op keer afgespeeld en blijft leiden tot agressie, haat en oorlogen.
Dit bericht bleef lang bij mij hangen, ondanks mijn getrainde afschermingsmechanismen in het kunnen omgaan met de constante informatiestroom van geweld en andere ellende.
Ik vroeg mij namelijk af wat nu de beste manier was om met deze laffe agressieve daad om te gaan.
In mijn fantasie zat ik ook op die bewuste avond in de bus en er gingen verschillende scenario’s door mij heen.
Scenario 1: ik zie dat vier mannen de vrouwen beginnen lastig te vallen. Ik sta op en loop langzaam en zelfverzekerd ( zoals in een klassieke western als de good guy ) naar hen toe en zeg op kalme en indringende toon dat ze er mee moeten stoppen. De mannen druipen direct af.
Scenario2: ik sta op en schreeuw dat ze moeten stoppen. Ondertussen spring ik er tussenin en begin woest om mij heen te slaan om de vrouwen te beschermen.
Scenario3: ik sta op, ren naar de buschauffeur en zeg hem direct te stoppen en de politie te bellen. Ik vraag hem om samen eropaf te gaan in afwachting van de politie.
Tot zover de scenario’s waar ik er zelf goed uitkom.
Maar wat als ik zou behoren tot scenario 4, nl wegduiken, wegkijken en mij laten dicteren door angst, of nog erger, onverschilligheid, omdat het mij niet betreft?
Mijn hoopvolle aanname en overtuiging is dat ik ergens tussen scenario 1 tm 3 zou zitten.

In een artikel van Margriet Sitskoorn (hoogleraar klinische neuropsychologie) las ik dat onze hersenen er op ingesteld zijn om steeds het eigen gelijk te willen bevestigen.
Een uitdaging dus in een wereld van verschillende ( en extreme) overtuigingen, onder andere met betrekking tot dit voorbeeld.

Wat te doen? Er is geen instant oplossing voor alle ellende op de wereld, anders hadden we het allang opgelost. In ieder geval durven en blijven geloven in een liefdevolle wereld, reflecteren op ook je eigen duistere kant en vooral elkaar blijven helpen(!). Gaan voor verbondenheid en positieve dromen hebben en leven.
Luistertip: No more violence, Alysha Brilla

Boekentip: Strijders van het licht, Paul Coelho

Vrijstaat Groningen

Geïnspireerd door de laatste Westerwijtwerd aardbeving en aanmoedigingen vanuit de politiek om toch vooral te kiezen voor onorthodoxe maatregelen, gecombineerd met welgemeende Haagse excuses, kozen we voor afscheiding van Nederland. We besloten om voor onze eigen Vrijstaat te gaan.
Met een delegatie waren we met de plannen, of beter gezegd, met ons besluit naar Den Haag afgereisd. Niet met mest, niet met hooivorken, niet met tractors om wegen te versperren. Wel met een goed verhaal en duidelijke zakelijke eisen en besluiten behorend bij een definitief afscheid.
Het ging al een tijdje niet meer goed binnen onze relatie. Alles hadden we al geprobeerd; overleggen, subsidies, schadevergoedingen, tenminste als dat al lukte binnen het oerwoud van bureaucratie en mislukte organisatiestructuren.
We hadden veel, teveel gepraat over de onveiligheid en langdurige maatschappelijke ontwrichting en omdat we er beiden te dicht opzaten en ons lieten verstikken door naar binnen geslagen emoties, belangen en eigenbelangen, zagen we het beiden voor langere tijd ook niet meer zo helder. Alleen ons geweten, binding vanuit loyaliteit, cultuur, gewoonte, vertrouwdheid en ook angst voor zelfstandigheid hadden ons er tot nu toe van weerhouden om de beroemde knoop door te hakken. We waren al te lang doorgegaan als broer en zus, de vonk was allang verdwenen.
Daar zaten we dan in ‘het torentje’, met een verontrustend slap kopje koffie met een wat gedateerd schaaltje fantasieloze suffe spritsen en speculaasjes. De hele omgeving ademde voorbije glorie. Ik keek eens heel rustig om mij heen, de boosheid en frustratie waren allang verdwenen en deze stoffige gedateerde omgeving bevestigde mij opnieuw dat we uit elkaar gegroeid waren. Ik voelde vooral compassie en misschien toch ook wel een beetje medelijden. We hadden afgesproken dat ik het woord zou doen.
Vanuit mijn trainingen communicatie had ik geleerd om in deze fase er niet meer omheen te draaien en kort en bondig te zijn.
‘Ik hou niet meer van je’, zei ik.
De stilte bleef als een dikke verstikkende wolk een tijdje hangen en daalde langzaam neer. Er werd heel goed ingezien dat praten geen zin meer had, ondanks de laatste voorstellen en excuses. ‘Je meent het echt hé’, zei Nederland. ‘Ja’, zei ik met schorre stem en voelde toch weer even emoties naar boven komen.

In een flits zag ik de geschiedenis aan mij voorbijtrekken. Onze Romeinse tijd met een leven van overheersing, overstromingen, het gevecht met de zee, de lange oorlogen en het uiteindelijke ontstaan van het Koninkrijk der Nederlanden. Ook de laatste paar wereldoorlogen, met het uiteindelijke dieptepunt de lange hongerwinter van 1944 flitste in een split second aan mij voorbij. De gezamenlijke wederopbouw van ons mooie land begon zo voortvarend. Langzamerhand verdween helaas het eenheidsgevoel, waarbij het Noorden vooral leverde aan de rest van Nederland en niets terug kreeg.

Dit alles ging door mij heen toen ik mijn handtekening, namens onze nieuwe politieke partij PIP (perceptie is projectie), had gezet onder het koninklijk document dat Groningen vanaf heden een zelfstandige vrijstaat zou zijn.

Ik wierp een laatste blik op de foto van onze Koning en stond op.
‘We gaan het anders doen’, zei ik hardop, terwijl ik het tweede bakje slappe koffie resoluut in de sanseveria op de tafel deponeerde en de deur uitliep . Op weg naar de vrijheid, een nieuwe toekomst tegemoet.
Met deze handtekening was de republiek Groningen geboren.

Luistertip: Exit music, Radiohead