Mijn broer had voorgesteld om samen de route Vlissingen naar Westeremden via de Noordzee- en waddenkust op de fiets te gaan ondernemen. Een tof idee, alleen zag ik nogal op tegen het transport van de fiets met de NS naar ons startpunt. Ik bedacht een mooie constructie, waarbij mijn jongste zoon mij zou brengen met onze auto. Helaas sneuvelde dit briljante idee op het laatste moment, vanwege ingelaste vakantieplannen van de zoon. Moedig bereidde ik me mentaal voor op de treinreis van 5,5 uur inclusief drie keer overstappen.
Buiten de spits beloofde de NS genoeg fiets faciliteiten, het moest goed komen. Met hun slogan ‘proef de vrijheid’, stapte ik, keurig buiten de door de NS verboden voor fietsers spitstijd, hoopvol de trein in. Uiteindelijk stond ik een groot deel van de reis half voorover gebogen over mijn fiets, opgepropt in een halletje tussen meerdere fietsers en andere reizigers. Alleen omdat ik de conducteur om een oplossing vroeg kon ik nog met deze 09.15 uur trein mee. In eerste instantie reageerde de NS er laconiek met een ‘vol is vol meneer’ en adviseerde hiermee impliciet dat ik beter andere leuke dingen kon gaan doen in plaats van met de trein inclusief fiets te gaan. Pluspunt was het meisje met de koffie en andere versnaperingen. Gelukkig kon zij via allerlei lenige manoeuvres langs de reizigers en fietsen ons een bekertje koffie (troost) overhandigen.
Alle frustratie en andere ongemakken waren op slag vergeten op het moment dat mijn fiets en ik het laatste stukje naar ons startpunt genoten van het buiten zijn. Het avontuur kon beginnen.
Langs de imposante Maasvlakte fietsten we naar het prachtige plaatsje Brielle, op het ‘eiland’ Voorne. We snoven de zeelucht op en genoten even later van de slingerende fietspaden door de uitgestrekte duinen bij Den Haag en Wassenaar. Verbazing over de drukte bij Katwijk aan zee, Noordwijk en Bloemendaal. De racefietsers deden hun naam eer aan en de rest van Nederland verplaatste zich per Ebike. Gestaag en met een milde snelheid meanderden wij op eigen kracht met bepakking, geholpen door een zacht Zuidwester briesje en schitterend weer, richting ons volgende einddoel van de dag. Ik kreeg een inkijkje in vakantie vierend Nederland, vooral bestaand uit vitale 60 plussers.
Bootjes werden gesopt, huisjes en tuintjes keurig onderhouden en de terrassen hadden een hoog koffie met ‘iets erbij’ gehalte. ‘Nederlanders zijn een proper en vlijtig volk’, dacht ik en vroeg mij af of er vooral ook genoten werd van deze bevoorrechte vrijheid naast al dat onderhoud.
Mijn broer genoot met mij van het sportieve samenzijn, ondanks zijn eigen strijd tegen Parkinson die het tempo onverbiddelijk bijstelde. ‘Dit is ook vrijheid en moed’ dacht ik; je focussen op wat je nog wel kan en daarvoor helemaal gaan. Met een gevoel van respect en broederliefde staken we over richting Heerhugowaard voor een tweede overnachting.
De voor fietsers gedeeltelijk afgesloten Afsluitdijk leidde ons naar het Noorden, naar het werelderfgoed gebied de waddenkust.
In verband met de versterking van de Afsluitdijk ( een bekend begrip voor ons Groningers) bracht de vriendelijke en behulpzame buschauffeur ons met zijn fietsbus tot halverwege, waardoor ik toch nog het Afsluitdijk gevoel op fiets kon ervaren. Lange tijd verkeerden we langs de dijk alleen in gezelschap van schapen en lammetjes. Verder was het stil. Mijn broer noemde het eenzaam, ieder met zijn eigen perceptie van dezelfde beleving.
Onze tocht kreeg nog een reünieachtig karakter bij het aandoen van broer nr drie en vier met partners. Het Friese Stiens was onze (laatste ) familie overnachting.
Polder en dijk wisselden zich af richting het kleinste haventje van Nederland, Noordpolderzijl. We waren op weg maar de parel van het Noorden, eindbestemming Westeremden.
Bij de telefonische reservering voor een tafel in restaurant Spoorzicht, om onze thuiskomst te vieren, vroeg het meisje of er nog bijzonderheden waren?
Het eerste wat bij mij opkwam was dat ik graag wilde benoemen dat ik zo dankbaar ben voor het fijne contact met mijn broer. Verder geen bijzonderheden, dank u.