Vorige week kreeg ik een boek van een vriend. Een indringend en indrukwekkend boek. Een boek over het leven en over de dood. De schrijver Henk Blanken neemt ons met zijn boek ‘Beginnen over het einde’ mee door het politieke speelveld rondom het thema levensbeeindiging. Dit doet hij op indringende wijze, mede doordat het ook over hemzelf gaat. De vragen rondom het omgaan met ziekte, stervensbegeleiding en de dood worden openhartig besproken. Je moet het samen doen, betoogt hij.
Als je euthanasie wilt voor jezelf en je hiervoor nauwkeurig een wilsbeschikking hebt gemaakt en besproken met de huisarts, wordt deze eigenlijk zelden gebruikt bij dementie. Want als het zover zou zijn, kun je het zelf niet meer duidelijk maken dat je dit nog steeds wil. Henk pleit voor meer zeggenschap voor de naaste, die wordt gevraagd/ aangewezen. Een zware last voor de betrokkene, alleen nu samen met de huisarts.
Sterk voor en heftig tegen euthanasie komen uitgebreid en vlijmscherp in het boek aan bod. Het zinnetje ‘de dood is van jou, zadel anderen niet op met jouw dood’ blijft in mijn hoofd rondspoken. Henk heeft een sterk punt, dat door de talloze ontwikkelingen en mogelijkheden voor een langer leven, de dood ook minder van jezelf is geworden en dus met elkaar besproken dient te worden.
Uitspreken van wensen
Ik begin mij wat ongemakkelijk en triestig te voelen door het lange stilstaan bij de dood en mijn eigen angst voor dementie. Mijn moeder was altijd wat zenuwachtig en angstig; voor haar kinderen, of alles wel goed kwam etc. Gelukkig voor haar en ons was zij ook een warme, hartelijke en lieve moeder. Een tikkeltje te druk in praten, maar dat accepteerden we en konden ermee dealen. Ze was vaak haar bril en andere attributen kwijt en benoemde dan altijd als in een mantra ‘ik word vast vroeg dement’. Waarschijnlijk omdat het in de familie veel voorkwam. Het maakte mij desondanks boos, omdat ik toen als student had gelezen over de selffulfilling prophecy en bang was wat ze over zichzelf af zou kunnen roepen. Op een dag deed ze een toevoeging. Zij vroeg mij, als het inderdaad zover zou komen, of wij als kinderen haar dan naar een verpleeghuis wilden brengen. Ze vond het heel belangrijk om ons niet tot last te zijn, als het zelfstandig wonen niet meer zou gaan.
Met deze uitspraak maakte ze mij deelgenoot van haar wensen. Dit ging weliswaar niet over euthanasie, wel over haar wens om de regie bij ons te leggen. Dit heeft mij enorm geholpen; op die momenten dat ze naar huis wilde, toen ze geen huis meer had. Op die momenten dat ze wou ontsnappen uit het verpleeghuis. Op die momenten dat ze zo verdrietig en opstandig was en even zo gelukkig als wij bij haar waren. We volgden haar wil en wens die zij bij haar volle bewustzijn en verstand ooit met ons had gedeeld, toen er nog geen sprake van dementie was.
Voluit Leven
Ik realiseer mij dat in de nabije toekomst 1 op de 5 personen een vorm van dementie krijgt. We krijgen er dus allemaal dichtbij of iets verder weg mee te maken en het is nuttig om ook over je wensen met elkaar te spreken. ‘Sowieso is het nuttig om over je eigen einde met elkaar te spreken, om het vervolgens los te kunnen laten en volop en voluit te gaan Leven’, denk ik en luister nogmaals naar Tijd om te gaan leven van Stef Bos
Lhttps://www.youtube.com/watch?v=QaWFGa8uzUg Tijd om te gaan Leven Stef Bos
Leestip; Beginnen over het einde, Henk Blanken