Het diner was voorbij. Wat volgde was een reshuffle pauze moment op weg naar een volgende fase in het gezellig samenzijn. Na een korte spelletjes onderbreking besloten we om met zn allen een oude familie dvd van vroeger te gaan bekijken.
De middag was begonnen met een hapje en een drankje om vervolgens toe te werken naar culinaire hoogtepunten met behulp van de door iedereen meegenomen creaties. Iedereen had XL zijn best gedaan om zo creatief mogelijk te zijn. We hadden ons via verschillende gangen met bijbehorende voorzichtige wijnen heen gewerkt.
De gastheer had voortreffelijk voor kelner gespeeld en ik had het toneelstuk op een ‘de vloer op’ manier meegedaan, door kritische vragen te stellen over de wijn, het vlees en het aloude terugkerende grapje gebruikt om de kaart te vragen voor het nagerecht.
Tijdens het eten keek ik eens met een perifere blik naar iedereen. De kinderen gingen hun eigen gang en trokken onbedoeld steeds de aandacht. Gesprekken bleven daarom vaak ergens halverwege hangen. De sfeer was ontspannen. Oma had haar jongste achterkleinkind op schoot en zong liedjes voor haar, vanuit een repertoire van heel erg lang geleden. Het andere kind worstelde met haar chocolade ijs en veegde haar handen af aan het ( ex) hagelwitte overhemd van pappa.
Ik zat te rekenen hoelang het geleden was dat ik samen met mijn kinderen kinderliedjes had gezongen. ‘Wat zou het allerlaatste liedje zijn geweest’, dacht ik nostalgisch en dook in de bibliotheek van mijn eigen geheugen.
Al snel gaf ik het op, want toen ik voor de allerlaatste keer waarschijnlijk ‘er gaat een treintje naar dromenland’ had ingezet, was ik mij er niet van bewust dat dit nooit meer terug zou komen. Ik besloot nu plechtig dat dit het laatste lied was geweest. ‘Maar goed ook dat ik mij niet aldoor van een laatste keer bewust ben’ , dacht ik. Anders zou het leven een stuk dramatischer zijn.
‘De vriend die je na het bezoek uitzwaaide en vervolgens nooit meer zag, omdat je je later pas realiseerde dat je allang uit elkaar gegroeid was’. ‘De date waarmee je telefoonnummers had uitgewisseld, het briefje lag nog weken bij de stapel post en op een gegeven moment was het verdwenen en vergeten. Voorbeelden van hoe het kan gaan. ‘Waar ben je met je gedachten’ , vroeg mijn schoonmoeder. Het bleek een retorische vraag, waarbij ik wel de impliciete oproep voelde om deel te blijven nemen aan het groepsgebeuren.
‘Eh, iets over vroeger’, antwoordde ik en zakte weer weg in mijn mijmeringen.
Ik maakte het allemaal weer goed door, even later staand bij de piano, met schoonmoeder en haar dochter uit volle bost en volledige overgave mee te zingen met liederen met een fijne boodschap.
‘Dit jaar word ik zestig’, dacht ik gelaten en besloot heel tegendraads dat ik 59 wil blijven. Ik was er mentaal nog niet aan toe om over te stappen in de wereld van zestigers. Dit ondanks bemoedigende reclames over kranige zestigers die hun extra vrije tijd vullen met optimaal genieten en vooral vitaal blijven met verantwoorde voedingintakes, culturele uitstapjes en ‘heerlijk’ ontspannen fietstochten met ANWB fietskaarten op degelijke Hollandse fietsen, voorzien van alle gemakken.
Omdenkend had ik mijn oplossing gevonden. Ik word dit jaar gewoon negenenvijftig plus 1 en tel zo verder met het klimmen van de jaren.
Ook besloot ik om bij een volgende ontmoeting nogmaals het liedje ‘er gaat een treintje naar dromenland’ voor mijn kinderen te zingen.
‘Om het niet te pathetisch te laten klinken, zou ik het in een rap uitvoering ten gehore kunnen brengen’, bedacht ik hoopvol.
Gewoon, omdat het kan en omdat ik dat wil.