Ik was aan het chillen in onze tuin op deze extreem warme zomerse zaterdagochtend halverwege oktober. In mijn zomerse kleding, (ontbloot bovenlichaam, korte broek en gympies) genoot ik volop van het warme weer. De tuin gaf wel overduidelijk aan dat het allang herfst was, een deken van bladeren en een slagveld van gevallen appels lagen verspreid rondom de fruitbomen. Het regende ook doorlopend appels uit de prachtige voluptueuze appelboom. Ik was met mijn herfst klus bezig om de gevallen appels te sorteren op gaaf, tot gekneusd in verband met de behoorlijke afstand die de spontaan losgelaten appels moesten overbruggen van hoog richting grasveld. Slechts eenmaal was ik hard geraakt door een naar beneden suizende appel. Zoals een imker niet bang is voor zijn bijen, zo had ik een warme band opgebouwd met mijn appelboom. Hoog in de boom had ik een paradijselijk gevoel, al die prachtige volle roodgekleurde appels in overvloed binnen handbereik.
Ik keek naar de strak blauwe lucht, veroorzaakt door rayleigh verstrooiing van zonlicht. Ik was plots getuige van een overweldigend grote zwerm vogels, die ondanks het aanhoudende mooie weer, toch maar met elkaar hadden afgesproken om te vertrekken richting het zuiden.
Ik had gegoogeld wat de levensduur van de mug is, want ik was weer eens in de afgelopen nacht een aantal keren gestoken door mijn vijand; de mug.
Het prachtige weer had voor mij dus wel een keerzijde, want de muggen waren er nog steeds, of opnieuw. Ik wist nu dat de gemiddelde levensduur van de mug slechts twee weken is. De volgende generaties muggen wisten mijn lichaam alweer te vinden. Ik ken geen ander insect/ diersoort, inclusief homo sapiens, die zo ruw en ongevraagd bezit van mijn lichaam neemt.
Geen buur en boer was op het moment het land aan het bewerken, dus genoot ik hoog boven in mijn boom nog even van de absolute stilte.
‘Zou het gaan sneeuwen’? In gedachten zag ik vriendelijk ogende sneeuwvlokken als manna uit de staalblauwe hemel naar beneden dwarrelen. Alle warmte weerrecords werden verbroken en dit zou misschien een nieuwe vervreemdende combi kunnen zijn.
Deze gedachtegang was ingegeven doordat ik ooit de film Melancholia van Lars von Trier had gezien, waarin heel beklemmend het einde van de wereld in beeld werd gebracht. De feestelijke zomerse bruiloft werd ruw gestoord toen het tegen alle wetmatigheden in begon te sneeuwen. Een dwingend teken dat de wereld heel erg ziek was.
‘Zover is het gelukkig nog niet’, dacht ik alhoewel de klimaat veranderingen in hoog tempo doorgaan met als gevolg een toename van natuurrampen. We zijn gelukkig de ‘trumpiaanse’ ontkenningsfase voorbij. Alleen blijven we nog steeds klooien met onze aarde.
Al somberend door mijn gedachtenassociaties daalde ik de boomladder weer af.
Ik had commentaar op de overbodige mug in onze keten terwijl de mens eigenlijk diegene is die er ‘een potje van maakt’.
Ik maakte met een ongemakkelijk gevoel een (gezellig) houtvuur ( fout!) op de veranda en las verder in mijn boek Sapiens.
Leestip: Sapiens van Yuval Noah Harari