Een tijd lang keek ik niet mee naar de serie Hollands Hoop, met hoofdrollen o.a. voor Marcel Hensema en Kim van Kooten over het ogenschijnlijk rustige boerenleven op het Groninger platteland. In de donkere dagen tussen kerst en oud en nieuw keek ik een keer wel mee en werd gegrepen door het spannende en avontuurlijke leven wat Hollands Hoop ons liet zien over het leven op het Groninger land. Het opende mijn ogen voor wat je denkt te zien en wat er werkelijk gebeuren kan. Blijkbaar was ik sinds ik hier woonde te naïef geweest en verblind geraakt door de rustige omgeving en de ‘Ede Staal gemoedelijke sfeer’ van mijn nieuwe land.
Ik was vanaf dat moment meer op mijn hoede. Vooral toen mijn vriendin vroeg om de door haar bestelde en meegekregen oliebollen bij boer Harmsen af te rekenen. Ik was geschrokken toen ik ontdekte dat onderin de zak met oliebollen een zakje ‘wit’ zat. Ik sprong in de auto om direct te gaan betalen.
Ik moest terug denken aan die keer dat ik een presentatie op school moest geven. Ik was behoorlijk zenuwachtig en ontdekte dat het aanhouden van mijn jas mij hielp om mij zekerder te voelen. De lange leren bruine leren jas hielp nu ook om mij meer macho en zekerder te voelen. Aangekomen stapte ik uit de auto en door de striemende regen vervolgde ik behoedzaam mijn weg over de natgeregende betonnen binnenplaatsen naar ‘de schuur’ verscholen achter de boerderij. Voor de zekerheid had ik de auto bij de ingang dusdanig geparkeerd, dat ik snel weer weg kon rijden, de motor stationair en ruitenwissers aan. Onze logerende vriendin, die ik net van het hoofdstation Stedum had afgehaald, was door mij geïnstrueerd om vooral in de auto te blijven zitten. Zij was een paar dagen bij ons om bij te komen van de hectiek van het leven in de grote stad.
Bij het uitstappen had ik haar net iets langer aangekeken, zij wist van niets. Ik sprak mijn gedachten, dat ik het fijn vond dat ze er was en er voor mijn vriendin kon zijn mocht mij iets overkomen, niet uit. Zij voelde uiteraard iets in mijn blik en haar ‘is er iets’, beantwoordde ik quasi luchtig met een ‘gezellig dat je er weer bent schat, ik ga even de oliebollen betalen’. Ik wou haar niet de idylle van de rust ontnemen, zolang het niet noodzakelijk was. Mijn vriendin had ik ook niet durven vertellen van mijn ontdekking. Ik wou het zelf oplossen en dan vooral doorgaan met ons ontspannen leven. Zij zou het ook niet aankunnen.
Voorzichtig deed ik de deur van de ‘schuur’ open. Vijftien man en enkele vrouwen keken mij over hun bier zwijgend aan. Mijn openingsgrapje ‘IK KOM IN VREDE’ kwam al helemaal niet over. Ik noemde dus maar snel dat mijn vriendin de oliebollen had gehaald en ik even kwam afrekenen. Ik verborg mijn verbazing toen het inderdaad maar 10 euro was. Ik wenste ze een prettige voortzetting en in lichte verwarring liep ik terug naar de auto. Ik dacht aan situaties waarin in eerste instantie een voorraad gratis verstrekt werd…
Ik liet het voorval los en we reden langs de afgebrande boerderij in het dorp richting ons huis. Ik zag de uitgebrande woning van boer Terpstra nu wel met geheel andere ogen. Het was erg gezellig met z’n drieën. Bij het ontbijt maakten we plannen voor de laatste dag van het jaar. Onze logé stelde voor om bij de bevriende boerin in Oosterwijtwerd vleespakketten te halen. Ik verborg zo goed mogelijk mijn onthutsing en met schorre stem antwoordde ik dat dit een goed idee was….