Vannacht werd ik met een schok wakker. Ik had weer eens een nare droom gehad. De laatste weken was het plotseling na een afwezigheid van jaren teruggekomen. Mijn onbewuste hielp mij een handje en zorgde ervoor dat ik wakker werd uit de “gevangenis” van deze nachtmerrie. In een half waak-, half droom toestand stond ik op en liep de slaapkamer uit. Het was koud, dus pakte ik op weg naar de kamer op de tast het eerste kledingstuk wat ik in het duister kon vinden en trok het aan. Helaas rookte ik niet meer, want dit was een uitstekend moment voor een sigaret geweest.
Een kop hete thee en het vuur van de houtkachel ( ik had gelukkig geen verplichtingen de aankomende dag) brachten mij weer in een aanvaardbare gemoedstoestand, de ergste pijn in mijn keel en borststreek verdween langzaam en mijn ademhaling werd weer wat regelmatiger. Ik wenste dat ik kon huilen, alleen het lukte niet om de tranen te laten komen. Ik kon me bijna niet meer herinneren wanneer ik voor het laatst echt gehuild had, zo’n ontlading van alle opgekropte emoties van verdriet, waarbij de tranen heet voelen over je wangen. De droom van vannacht was waarschijnlijk een gevolg van het thema verlies van de afgelopen weken. Mijn berg avontuur dat nu weer foetsie is, een vriend die over zijn aankomende scheiding vertelde, het verhaal wat ik een vriendin vertelde over mijn ontmoeting met de familie van mijn adoptiezoon, over het losmaken van je ouders, over het definitief afscheid nemen van je ouders, over het ouder worden.
Warm geworden bij het haardvuur herlas ik eerder geschreven proza welke ik ooit over verlies schreef en waarbij ‘een buiging maken voor het verleden’ mij opnieuw hielp:
Ik pak mijn spullen, sluit de deur met een heldere klik die mij bewust maakt van tijdelijkheid. Mede geholpen door het kraken van de traptreden in de donkere ronde gang naar beneden, waarin een langdurige tijd ligt opgesloten
De koelte van deze ochtend schudt gedachten af, de focus nu op mijn tred. De eeuwenoude kasseien vormen mijn standvastige loophouding en vertellen mee in deze onderdompeling van bewuste beleving en geven subtiele hints met flarden van verleden, heden, van hoop en leven. Bij iedere stap adem ik de koele ochtend in op weg naar huis. Bij het plein houdt het voorbije mij bijna onmerkbaar aan en geeft in een flits even zijn verleden bloot. Zijn het mijn gedachten van vrijheid? Of houdt deze lucht, deze tred, deze fluistering mij wakker.
Ik kijk nog eenmaal om, de marktgeluiden vermengen zich steeds meer, straatgeluiden zwellen aan. En terwijl ik afscheid neem van deze plaats
Herinner ik mij, of herinnert de stad mij
Even was ik dichtbij en terwijl ik het bijna kon aanraken
Denk ik aan vrijheid en maak een diepe buiging voor dit verleden
En vertrek
Luister ook: Spinvis – Aan de Oevers van de Tijd