Ik luister naar het prachtige nummer My House van Lou Reed en ben opnieuw geraakt door de sfeer en eenvoud van zijn stem. âA mist is hanging gently by the lake, our house is very beautiful at nightâ, zingt hij met ingetogen praatstem. Het poĂ«tisch gezongen verhaal roept beelden op van de huizen die een tijdje mijn âthuisâ waren. Ik dacht na over de betekenis van je huis, of beter gezegd je âthuisâ, naar aanleiding van een gesprek met mijn schoonmoeder. Zij is 92 en kijkt terug op een lang leven en wonen in hetzelfde huis. Het huis waar geschiedenis geschreven is. Samen met haar man en kinderen is daar een heel leven geleefd.
Mijn buurt
Hier heeft ze alle ups en downs van het leven geleefd. Het liefdevolle en ook drukke gezinsleven, de gezelligheid met buurtgenoten en de latere fase van het alleen komen te wonen. Langzamerhand verdwenen één voor één alle oude buurtgenoten uit de straat en uit haar leven. Haar huis is als een eiland, een rustpunt in de wereld die steeds verder weg lijkt. Hier ligt geschiedenis en nostalgie. Een veilige haven temidden van een compleet nieuwe generatie bewoners om haar heen. Zij is de laatst overgebleven bewoner van vroegere tijden in het nu.
Leef- tijd
Ondertussen volgt het leven onverstoorbaar zijn eigen tijdspad. Kinderen en kleinkinderen komen regelmatig op bezoek en doorbreken hiermee even het fragiele alleen zijn. Boodschappen doen wordt ook met de rollator steeds meer een langdurige en vermoeiende onderneming. Het huishouden steeds meer overgedragen aan hulptroepen. Professionals komen op hun tijden binnen in haar huis en haar privacy, voor een check en ondersteuning. De maaltijden worden bezorgd. Kinderen zijn ook mantelzorger geworden.
Het huis fluistert
Het huis is steeds minder haar huis. De trap naar de bovenverdieping is als een lange reis, een uitputtingsslag die een goede voorbereiding vergt. Het huis lijkt harder voor haar te worden en door gebrek aan energie en regie steeds minder haar huis. Het is net alsof elke ruimte het op zijn eigen manier laat merken en fluistert dat de tijd voor afscheid nemen is gekomen. âIk wil hier nu wel wegâ, zegt ze en ik hoor acceptatie in haar stem. âIets anders dus met begeleidingâ, denk ik. âWelkom in de wereld van indicaties, voorschriften en regelsâ, âLeuker kunnen we het niet maken, wel ingewikkelderâ, gaat mijn interne ietwat cynische monoloog verder. Ik voel een koude rilling in mijn lijf bij mijn associaties met wonen in een zorgvoorziening met gemeenschappelijke ruimten en gemeenschappelijke activiteiten, waarbij als het ware je eigenheid ergens in een koffer in de hal geparkeerd staat.
Eigenheid
Oftewel; het is er nog wel, maar doet er niet meer zo toe, afhankelijk gemaakt van diegenen waar je binnen de voorziening mee te maken hebt. Ik deel mijn eigen schrikbeeld en vraag haar hoe zij het zou ervaren om in een kring met leeftijdsgenoten een activiteit als bv een bal naar elkaar gooien en daarbij de naam uit te roepen van de ontvanger, als ultiem speels geheugen spel. En dit alles onder bemoedigende leiding van de gedreven en professioneel opgewekte begeleidster/ begeleider. âLijkt mij wel lachen en gezelligâ zegt ze en ik besef dat deze overgave blijkbaar ook weer een proces is waar je langzaamaan bij het steeds ouder worden naartoe beweegt.
Toekomst?
Ik dwaal in gedachten af naar mijn schrikbeeld en fantaseer de volgende situatie: âWe hebben een lege stoelâ, zegt de begeleidster met gespeelde verbazing en ingetogen glimlach tegen de groep. âZal ik hem ophalenâ, zegt de gedreven stagiaire hoopvol. âOh, Roerdink komt toch nietâ, roept een groepsgenoot en maakt een wegwuivend gebaar.
âHij vertelde dat vandaag voor hem âBob Dylan dagâ is, âer liggen allemaal lpâs en cdâs verspreid door zijn kamer en het geluid galmt over de gang â, doet de stagiaire even later verslag bij terugkomst. âBlijven jullie maar lekker lang wegâ, riep hij nog âdan blijft de volumeknop voluit staanâ.
Hoe beleef jij jouw huis? Laat het mij weten.
Luistertip: my house, Lou Reedhttps://www.youtube.com/watch?v=Dtiih7wk4uQ