Opeens realiseerde ik het mij. Sluipenderwijs was het dichterbij gekomen, als een schaduw die steeds groter en dichterbij kwam en het zonlicht dwingend op zijn plaats wijst. Vanaf de wisseling van zomertijd naar wintertijd was het ondertussen onvermijdelijk vroeg – en lang donker geworden. Elk jaar levert het bij mij weer een lichte verwarring op met betrekking tot de vraag of ik nu een langer of korter weekend heb. Ik realiseerde mij, terwijl ik het sleutelgat van de deur wou vinden, dat ik bijna mijn gehele leven gewoond had in een omgeving badend in het licht. Een keer fietste ik
s nachts na een gezellig avondje ‘kroegen’ in het centrum van Groningen naar huis. Plotseling gingen alle lichten van de straatlantaarns en andere verlichtingen uit. Ik vond het gelijk wat spooky worden en zette nog een tandje bij om snel thuis te komen. In de omgeving waar ik nu woon is het s nachts altijd aarde donker als er geen volle maan is. Ik moest hier eerst nogal aan wennen. Praktisch gezien ben ik er ondertussen wel aan gewend, ik ken de slingerweggetjes op weg naar huis, kan het sleutelgat nu redelijk snel vinden en weet alle opstapjes en andere obstakels in de tuin. Ik merk dat ik de seizoenswisselingen intenser beleef en mijn stemmingen indringender voel. Dit jaar had ik het sterker als ooit tevoren; een onbestemd gevoel in mijn buik, een mengeling van melancholie en weerstand. De zomer allang voorbij en de winter is nog niet echt begonnen.
Ik staar in het vuur van de open haard op de veranda, terwijl de november regen en wind rondom mij vrij spel heeft, met mijn veranda als veilige haven. De tuin, kortgeleden nog het domein van vele plezierige momenten van samenzijn, van buiten eten en drinken en lichte vrolijkheid, met kleuren en geuren en wuivende licht ruisende bladertakken, lijkt nu haast vermoeid weg te zakken in een zompig grasveld omringd door bladerloze naakte takken.
Voorlopig is de blik en het leven weer meer naar binnen gericht, met als grens gebied mijn veranda. Ik ben buiten en toch beschermd en beschut tegen de harde weersinvloeden. Ik stook het vuur nog wat op en mijmer over het buitenleven in de zomer. Met mijn warme trui en muts is het bij het vuur nog wel lekker warm. Ik voel het november seizoen; de zomer die in mijn hoofd nog wat na ijlt en de winter die nog moet komen. Ik kan het donkere seizoen nog niet helemaal toelaten. Waarschijnlijk daarom tot gevolg dat ik de melancholie zo sterk voel over wat is geweest. Misschien komt het ook door de vele dagen grijs en regenachtig weer welke mijn stemming beïnvloedt, ondanks mijn herkaderingen dat grijs zo’n mooie kleur is en dat regen zo verkwikkend werkt.
Ik moet onwillekeurig denken aan de lessen welke ik in mijn trainingen persoonlijke groei mocht leren, ik heb de zin ‘accepteer dat wat je voelt’ een paar keer ervaren en mij gerealiseerd dat ik dat ook nog niet altijd optimaal doe. De gezonde en minder gezonde hulpbronnen van sporten tot roken waren makkelijker tot mij te nemen, dan het volledig kunnen accepteren en voelen dat wat er is.
Het is gewoon kutweer en ik voel mij even kloten en ik weet ( oh paradox) dat bij volledige acceptatie de melancholie als sneeuw voor de zon zal verdwijnen.
Laat de winter dus maar weer komen.
Luistertip