Bij twijfel weggooien (Peter van der Kooi)

De kassiĆØres van de plaatselijke supermarkt en ik kennen elkaar al jaren. Ze zijn aardig, we noemen elkaar bij de voornaam en vertellen elkaar wel eens iets. Wat ze niet onthouden is mijn standaard reactie op de vraag of Ć­k spaarzegels wens voor pannen, mokken of plantjesplezier. Dat wil ik niet. Ik red me prima met wat ik heb en word liever verlost van bezit. Cadeaus van ex vrienden, boeken die mij niets (meer) zeggen, huiskamerdecoraties die vloeken met nieuwe aanschaf: het mag de deur uit.

Ik hou van opruimen en kan het ook goed. De regel ā€˜bij twijfel weggooien’ past bij mij en het is overzichtelijk in mijn huis. Dat komt mede omdat ik alleen woon. Het liefst zou ik ook willen opruimen bij mijn vriendin.

Ze heeft te veel spullen, vooral in de keuken. Tientallen kookboeken, ook oudere, zware exemplaren in meerdere talen liggen geklemd tussen hoge keukenkastjes. Mijn liefste kijkt er niet in. Ze neemt folders mee van Albert Heijn, of zoekt naar menu’s op internet. Ik heb geen enkel kookboek. In diezelfde kastjes liggen ook teveel borden die niet bij elkaar passen. En ik heb nog nooit een besteklade gezien met zoveel schilmesjes.

Digitaal opruimen vind ik ook belangrijk, maar ik doe het niet meer. Hierbij overheerst angst. Ik heb meerdere documenten op mijn werk gearchiveerd maar kan ze niet terugvinden. Er zijn teveel mappen, oude en nieuwe.

Belangrijke stukken print ik altijd. Op kantoor heeft lang ā€˜digitaal rijbewijs halen’ op mijn to-do lijst gestaan, maar ik zag er tegenop me hierin te verdiepen. Wel heb ik onlangs handiger collega’s gevraagd of het digitaal rijbewijs belangrijk is. Ze zeiden van niet en ik heb het item van mijn actielijst gehaald.

Sommige dingen kosten niets maar zijn veel waard. Lang geleden deed ons gezin al aan ontspullen, Eenmaal per jaar op – toen nog – Koninginnedag. De term ā€˜Ontspullen’ werd nog niet gebezigd en financiĆ«le winst was op zo’n dag het belangrijkste voor de kinderen. Ze konden dezelfde dag dan nog speelgoed kopen. Op Koningsdag moet ik wel eens denken aan de man die een keer staand naast zijn fiets ons kleedje met spulletjes op het Bernouilleplein in Groningen bestudeerde. Hij vroeg mij wat ik het mooiste vond op het kleedje. Ik wees een ingelijst tekeningetje aan gemaakt door mijn oudste zoontje.

ā€˜Wat kost dat’, vroeg de man. Ik noemde het bedrag, hij gaf mij vervolgens het geld en zei dat ik het portretje zelf moest houden en niet mocht verkopen. Ik heb het nog steeds en het hangt bij mij thuis aan de muur.

Als er door jou kinderen worden geboren heeft dat nogal gevolgen. Jonge ouders kopen veel voor hun lievelingen. De kleintjes mogen niets tekortkomen. En zodra ze toegang hebben tot financiƫle systemen kunnen ze de wereldmarkten afstruinen. Ik heb geprobeerd dit effect te dempen door in de jaren negentig van de vorige eeuw bij de overheid te gaan werken als beleidsmedewerker afvalpreventie. Ik heb mijn best gedaan.

Luistertip: Jack Johnson, The 3 R’shttps://youtu.be/USo_vH1Jz7E?si=s-SyYp2LaBPQy2HF

Verbranding van ons restafval in Wijster

Plaats een reactie