De piek van de vakantieperiode loopt alweer teneinde. In september wordt echter nog volop gekampeerd, alleen is het stukken rustiger. âWanneer is het nog kamperen en wanneer wordt het luxe verblijven op de camping of glamperenâ, vraag ik mijzelf af. Tegelijkertijd denk ik na over het gegeven dat velen naar een camping gaan om naast het avontuur van het onbekende, vooral ontspanning, rust, ruimte en privacy hopen te vinden. Het liefst een camping waar je ook nog een vuurtje mag stoken. Bijna elke keer blijkt dit een desillusie, omdat we als kampeerders vaak (te) dicht bij elkaar staan, het sanitair tegenvalt en de indringende geluiden van anderen horen, wat vooral âs nachts nogal irritant kan zijn als je wil slapen en de ander nog zijn feestje viert.
Onweer en regen
Waarschijnlijk zagen we het niet aankomen, maar plotseling wordt de lucht boven de bergen gitzwart. De check op Frankrijk Buienradar laat ons weten dat er heftig weer op komst is. We liggen in onze tent op de handige basic matjes. Een beetje schuin weliswaar en we rollen dan ook langzamerhand van ons matje naar de harde grond. âMorgen maar de tent een beetje verplaatsen op een vlak stukâ, zeg ik bemoedigend. De regen komt gecombineerd met harde windstoten en ik constateer opgelucht dat de tent het nog steeds houdt en lekvrij is. Even later begint het te rommelen en te donderden. âWe moeten eruitâ, zegt mijn vriendin, âwant het is niet veilig zo liggend op de grondâ, heeft zij gegoogled.
Alleen wij zijn wakker
âMaar ik lig net zo lekkerâ, mompel ik. Even later zitten we midden in de nacht in onze auto te wachten totdat het onweer ons weer verlaat. Om mij heen zie ik, opgelicht door de bliksemflitsen, de chalets en campers in allerlei soorten en maten en alles en iedereen lijkt in diepe rust. âWe zijn een van de weinige tent kampeerders en ook bijna de laatste fietsers zonder hulpstukkenâ, constateer ik met gemengde gevoelens.
Ik weet dat in de bergen de donder lang kan blijven hangen. Gelukkig kunnen we toch al na een uurtje weer terug in de scheefstaande tent om te slapen. We hebben twee tenten bij ons; de grote waarin je nog ruim in de tent voor de slaapcabine kan zitten en het kleintje voor als we op doorreis zijn. Met mooi weer is er niet zoveel aan de hand, maar als het nat is, is het een uitdaging om ondanks de behendige rek- en strek bewegingen uit deze tent proberen te komen. Het lukt bijna nooit om een natte rug te ontwijken tegen het doorweekte buitententdoek.
De laatste camping
Op de laatste camping schoot het in mijn rug en kreeg ik kramp in mijn linkerbeen, terwijl ik op handen en voeten en met yoga achtige capriolen uit de kleine tent kroop omdat ik moest plassen. De tweehonderd meter naar de toiletgroep om 03.30 voelde erg lang, zo langs de campers, chalets en caravans.
Opeens schoot mij een uitspraak van mijn vader te binnen; âkamperen is creperenâ, zei hij altijd.
âDit is de laatste keer dat ik kampeerâ, roept mijn vriendin bijna op hetzelfde moment. Er waren ondertussen ook nogal luidruchtige mensen naast ons op de rustige (charme) camping komen te staan.
âMisschien toch escaleren naar een andere vorm van kamperenâ, vraag ik voorzichtig, maar ze is al weggelopen.
Luistertip: Disturbed, the sound of silencehttps://www.youtube.com/watch?v=u9Dg-g7t2l4