Geïnspireerd door mijn besluit om meer mijn eigen tempo te volgen, besloot ik om alvast naar de buren te lopen ivm het verjaardagsfeestje van de buurvrouw.
‘Ieder zijn eigen ritme’ bedacht ik, want hoeveel tijd had ik ondertussen tot nu toe gewacht totdat mijn partner de juiste schoenen had, de bijpassende kleding had gevonden, het opmaak ritueel had afgerond. Het was uiteraard helemaal makkelijk omdat de tocht slechts enkele tientallen meters van huis was. Het voelde trouwens wel heel goed, deze ruimte voor elkaar. Respect voor ieder zijn eigen ritme en ruimte in plaats van te wachten en een non verbale wachtstand houding uit te stralen. Ik vroeg mij af of het een typisch mannen ding was om altijd maar op de vrouw te wachten en besloot gelijk tot een vergelijkend onderzoek.
In verband met het hoge aantal buren vroeg ik ‘at random’ gelijk de eerste buurtgenoot, nadat ik uiteraard eerst de buurvrouw en bijbehorende familie had gefeliciteerd, naar hun ritueel van het huis verlaten bij gezamenlijke activiteiten. Bij deze buren bleek het precies andersom te zijn, de vrouw was altijd aan het wachten op de man. ‘Waar deze dan mee bezig was’, vroeg ik nieuwsgierig. ‘Zijn pet vinden, nog even plassen’, replyde zij. Ik was er even stil van. Alweer een aanname van mannen en vrouwen dingen die ik overboord kon gooien. Toch vroeg ik mij wel af, waarom dat ‘pet vinden en nog even plassen’, zolang moest duren. Aangemoedigd door deze open conversatie, belandde ik met twee buurmannen in een discussie over ‘moeten’ en een keuze hebben.
Ik hield een beetje monomaan en ‘dwars’ vast aan de overtuiging dat ik altijd een keuze heb en het andere kamp had het over ‘dat je soms gewoon moet’. Ik wist eigenlijk wel dat ze ergens een heel klein beetje gelijk hadden. Aangemoedigd door mijn toegeeflijke bui vertrouwde de verjaardagsbuurman mij toe, dat hij zich eigenlijk wel eens afvroeg of het wel goed met mij ging. Hij volgde nu al een tijdje mijn columns en destilleerde eruit dat ik het op zijn zachtst gezegd niet altijd even makkelijk zou hebben.
‘Hij dacht altijd niet steeds zo na en deed gewoon zijn ding’, legde hij uit. Het was een beleefde en vriendelijke andere uitleg voor ‘doe niet zo moeilijk’. Ik hoorde mijzelf nog iets noemen over diepgang, analyse en schrijversvrijheid. Ondertussen wist ik dat feedback ook wel belangrijk was om open voor te staan.
Ik besloot de rode draad van mijn columns eens te onderzoeken en er een column aan te wijden. Of een vergelijkend onderzoekje? ‘Of gewoon lekker mijn eigen ding blijven doen, zonder daar weer te diep en te lang over na te denken’, bedacht ik mij en mijmerde alvast over een volgend onderwerp.
Luistertip Vengaboys We like to party