Laat mij niet alleen, blijf nog even bij mij

Uit het niets moest ik aan deze zin denken tijdens de kerkdienst met Pasen. Ik was sinds lange tijd weer eens in de kerk. Mijn vriendin ging met haar koor optreden en daar wilde ik bij zijn.Ik dwaalde al snel, net zoals vroeger in de kerk, met mijn gedachten af. Waarschijnlijk op het ritme van de liederen en preek en de verstilde sfeer van deze kerk uit de dertiende eeuw.

De dienst duurde vroeger altijd in mijn beleving zo lang, dat ik om de tijd te doden vloer en plafond tegels begon te tellen, of mensen ging bestuderen, om vervolgens zelf in een ander bewustzijn weg te glijden, een droom toestand, totdat ik weer in de realiteit kwam bij het galmende Amen. Vaak hoorde ik al lang voor het Amen aan de intonatie dat het Amen snel zou komen.

Ook vond ik het vroeger als kind al intrigerend wanneer de dominee met zijn preek zou gaan beginnen. Meestal met een aardige metafoor, al wist ik de betekenis daarvan toen nog niet.

Later zag ik het fenomeen ook weer terug bij de alter ego van Paul Haenen, zijn beroemde dominee Gremdaat.

Als de dominee dan begon met: “ ik zat vanmorgen op weg hiernaar toe in de trein en ik kwam een oude vrouw tegen die niet zo goed ter been was en de trein niet meer zou gaan halen”, wist ik dat het zeer waarschijnlijk verzonnen was. Het wachten was op het volgende bruggetje: “ en zo is het ook met God”.

De oude vrouw die de trein gelukkig toch net haalde, want de machinist van de trein zag het nog op tijd en gooide zijn eigen schema in de war, door te wachten. God is als die machinist, hij wacht ook op jou.

Ik werd door de dienst heen meegevoerd langs magische taferelen. God die mensen wederom tot leven wekte, de wind erbij riep om de levens weer nieuwe levensadem in te blazen. Jezus stond op de derde dag weer op uit de dood en God liet ook anderen uit de dood opstaan. Ergens daar dreef ik af naar mijn eigen gedachten. Door de preek gemengd met mijn sluimertoestand herinnerde ik mij dat ik als kind altijd grootse meeslepende dramatische verhalen verzon:

Ik fietste in gedachten de Mont Ventoux alvast op. Ik gebruikte mijn allerlaatste krachten en in het alleen zijn in mijn gevecht met de elementen en met mijzelf,vroeg ik, smeekte ik, om mij niet alleen te laten, om nog even bij mij te blijven.

Ik nam mijn overleden vader en moeder weer terug in mijn herinnering. Ik nam ze mee de berg op. Ik wilde zo graag een verheven daad voor ze doen, eren voor wie ze waren en het eren van het leven. Tijdens het “Amen” realiseerde ik mij dat ik nu was opgeschoven in de rij, ik was nu de oudere geworden. Mijn zin draaide ik vanaf nu om en werd: “ Ik laat jou niet alleen. Ik blijf nog even bij je”.

Na de dienst was er koffie, de mevrouw die naast mij stond zei dat ze snel naar huis moest, omdat het waarschijnlijk zo zou gaan regenen. Ik adviseerde haar spontaan, om toch vooral “ het weer droog te denken”. Ze keek mij verbaasd aan en met een licht geïrriteerde blik gaf ze aan dat ze niet zo in magische zaken geloofde. Ik vertelde haar geamuseerd dat we in het afgelopen uur nogal meegenomen waren van het ene fantastische magische verhaal naar het andere en dat het weer droog denken daarbij vergeleken een vrij nuchtere gedachtegang leek.

We fietsten naar huis, de zon scheen onbewolkt door de diepblauwe lucht en ik nam mijn nieuwe overtuiging met mij mee, hopend dat ik iets voor anderen kan betekenen.

Een gedachte over “Laat mij niet alleen, blijf nog even bij mij

Plaats een reactie